Deze compilatie van Complete Blues (een sublabel van het Engelse Snapper Music-label) bevat in chronologische volgorde de zestien onder leiding van Willie Dixon opgenomen A- en B-kantjes die het hart vormen van
The essential collection – The classic Cobra recordings 1956-1958 (volgens de All Music Guide de
Album Pick van Rush' discografie), maar vervangt de daaropvolgende acht alternate-takes door de A- en B-kantjes van de twee eveneens fraaie singles die Rush daarna in 1960 (ook met Willie Dixon) voor Chess maakte.
Niet alles hier is even briljant; soms leunt Rush meer naar de vroege rock & roll met veel nadruk op de blazers om zijn geluid een beetje te stroomlijnen (zoals op
Sit down baby en
It takes time), op andere momenten zijn de nummers een beetje melig (
Jump sister Bessie) en af en toe is hij gewoon lui (zoals wanneer hij voor
So many roads, so many trains een B-kantje nodig heeft en dan maar gewoon zijn eerdere B-kantje
Keep on loving me baby omwerkt tot het bijna identieke
I'm satisfied). Op de beste momenten echter (
All your love (I miss loving) met z'n fraaie tempowisseling, het trieste
My love will never die,
You know my love dat naar de soul neigt, en vooral het super-intense
Double trouble met z'n "rave-up" na het refrein) is Rush absoluut geweldig en snijdt hij met zijn warme, gruizige en lenige stem en zijn scherpe gitaarspel dwars door de geluidsboxen (of je "oortjes"
as the case may be).
En altijd een leuk gezelschapsspelletje voor in mijn eentje : kijken welke nummers ik al in latere cover-versies kende. In dit geval zijn dat
I can't quit you baby (Rush' eerste single en grootste hit) op de debuutplaat van Led Zeppelin,
All your love (I miss loving) op het "Beano"-album van John Mayalls Bluesbreakers met Eric Clapton, en
Violent love op
A case of the shakes van Dr Feelgood (de meest verrassende band hier). En Stevie Ray Vaughan koos de titel van het nummer waar deze compilatie zijn naam aan ontleent als de naam voor zijn begeleidingsband (en zijn gitaarspel doet af en toe wel aan dat van Rush denken, bijvoorbeeld het intro van
My baby's a good 'un).
Met prima geluid, vrij vol maar met alle ruimte voor Rush' warme stem (en zijn zeer effectieve falset!), en inclusief een kort essay van 4 pagina's en een keurige annotatie met opnamedata (bij benadering), componisten en muzikanten. (De eerste singles zijn door Willie Dixon geschreven, maar bij de latere nummers wordt Rush zelf als componist verneld; Dixon speelt bas op alle nummers, en op vier nummers speelt Ike Turner gitaar.) Kortom, een aanrader voor wie aan Otis Rush wil beginnen – laat je niet misleiden door het goedkope hoesontwerp dat helaas alle delen in de uitgebreide en toe te juichen blues-re-issue-serie van dit label ontsiert.