Er zijn al meer dan genoeg verhandelingen geschreven over wat
ECM nu precies tot
ECM maakt. Bestaat er eigenlijk wel iets als "een geluid" dat louter aan "een label" gekoppeld kan worden; en hoe onstaat zoiets? Het zouden geloofsvragen kunnen zijn waar de jazz-parochiaan mee worstelt. Ik worstel, maar geloof tegelijk.
Neem nu Anat Fort. Langzaam maar zeker dompelt deze dame ons onder in haar eigen wereldje, haar hoogst persoonlijke, weliswaar "gekuiste" (we hebben het immers over
ECM ), universum. Een leidmotief loopt als rode draad doorheen zachte memoires, kleurenspelletjes als het ware.
ECM ontstijgt eens te meer zijn status als 'jazz'-label, juist omdat hier zo weinig muzikale 'jazz' inzit. Alleen ademen we wel de "juiste" sfeer, ruiken we het 'vrije' boeket en voelen we de 'tedere' streling.
Geen eenzijdig lofzang echter voor Anat Fort. Daarvoor is
'A Long Story' te weinig een pulserend geheel: Fort"s notenspel als vallende bladeren ontroert mij, maar ik heb niet het geval naar iets organisch te luisteren dat zich daadwerkelijk ontwikkelt. Wat bindt het leidmotief uiteindelijk samen? Ik vind er geen antwoord op. Het bakent louter de grenzen af van een aangename plaat, een lang 'sketchbook' - om in de verhalende terminlogie te blijven. Eenmaal de rode draad verstek geeft is het weer tijd om te ont-waken. Dank je,
ECM, het was een fijne droom.