Degelijke plaat die zich voor mij onderscheidt door het vermogen van de componsiten om zelfs de iets minder sterke nummers (bijvoorbeeld
The mirror lies of
Scars) nog van een pakkend refrein te voorzien, en door de geweldige stem van Paul Manzi die elk nummer een grote zeggingskracht en de warmte van zijn persoonlijkheid meegeeft – met name dat laatste vind ik toch wel heel bijzonder. De eerste vier nummers zijn voor mij ongeveer van hetzelfde niveau, met
Red eyes gaat de intensiteit een treetje omhoog, en met
Poisoned zakt het niveau opeens door de ondergrens, een ouderwetse draak met als dieptepunt Manzi's voorspelbare omhoog-gaan tijdens de laatste "Where's the
miracle" op 3:50. Gelukkig sluit het album dan af met het magnifieke
The legend of Elijah Shade, volgens progwereld "Een epic die ontstaan lijkt door middelmatig knip- en plakwerk", maar hoe je dat als bezwaar zou kunnen aanvoeren wanneer alle zeven delen stuk voor stuk zo sterk zijn ontgaat mij. Al met al sluit ik me aan bij
Metal-D78 : "Prima plaat weer van Arena. Niets nieuws onder de zon, maar dat is niet nodig." Zeer fraai boekje trouwens.