Sinistere en sombere ‘murder ballads’ op z’n “Cave”-iaans, maar dan toch ff anders.
Meteen al in het openingsnummer ‘Clean’ van haar tweede album ‘Silences’ toont Adia Victoria ons haar duistere kant.
‘There’s a groom man walking in my garden / I find it strange, find it so alarming / I've got my blade, gonna put it where his heart is‘, zingt ze met een gedempte, maar intense stem.
Een eerste kennismaking met de gewelddadige beelden waarop Victoria ons tracteert in de donkere, verwrongen, ‘indie-noir ‘-songs op dit album. Zelf plakt ze er het etiket ‘blues’ op. “I want to put the
“thang” back into the blues”.
‘Drag her by the hair,’ zingt ze in ‘Bring Her Back’ dat op de opener volgt. Weer zo’n somber en krachtig nummer, waarmee ze de toon van dit album duidelijk zet. Dit zijn geen vrolijke songs, eerder hebben we te maken met een variant op de bekende ‘murder ballads’ die we bijvoorbeeld ook kennen van Nick Cave.
‘I keep a pistol in my pocket / Got a dagger hidden in my vest’ onthult ze in 'Dope Queen Blues' het voorlaatste nummer. Zeker geen katje dus om zonder handschoenen aan te pakken.
In 'Pacolet Road' put Adia uit de traditie van de ‘gotic stories’ uit het Amerikaanse zuiden.
‘The devil has a hold on me’, onthult ze.
‘I'm gonna take the first train I can catch straight out of Caroline,’ kondigt ze aan.
Soms zijn haar beelden wat clichématig, maar daar is op zich niets mis mee, zo lang ze nummers schrijft als 'Devil Is A Lie' - een briljante ontdekkingstocht langs apathie, masochisme en spiritualiteit – en het gevoelige 'The City', dat daarop volgt. Dan wordt meteen duidelijk dat Adia Victoria heel goed in staat is om het clichématige te overstijgen. Daarmee lijkt haar muziek ook wel op de misvormde indiepop van Annie Clarke’s St. Vincent.
Adia Victoria laat horen dat ‘haar’ blues nog steeds niet mag worden afgeschreven en als het aan haar ligt in de toekomst zelfs veelbelovend lijkt en de 12-bar oorsprong ver achter zich laat.
De wankele houtblazers en dramatische snaarinstrumenten geven de nummers, die soms bijzonder filmisch van karakter zijn, nog meer drama dan het toch al rammelende indierockgevoel dat The National's Aaron Dessner - die de plaat produceerde - het album meegeeft. Dat de grootste troeven van het album Victoria’s stem en teksten zijn, laat Dressner’s ondersteunende productie duidelijk horen .
De bevende, sensuele 'Dope Queen Blues' voegt aan het einde nog meer grit aan het album toe en vormt daarmee de ideale omgeving voor Adia's instinctieve en angstaanjagende teksten.
‘Silences’ is sinister en troosteloos op een ‘Cave’-iaanse manier. Beïnvloedende vertelkunst waarin Adia Victoria zich niet alleen presenteert als een uitstekende tekstschrijfster, maar ook en vooral als een muzikante die kan putten uit een rijke Amerikaanse muziektraditie.
Met Adia Victoria voegen we in 2019 weer een (nieuwe) naam toe aan wat tot nu toe toch al zo’n sterk ‘vrouwelijk ‘ popjaar is.