Afgezien van de natuurlijk prima opnames van de 5 albums in deze periode, is er in mijn optiek nog wel een opzienbarende en onthullende cd toegevoegd aan deze box: de extra tracks.
Het is in meer dan in één opzicht boeiend. Afgezien van het feit dat het hier gaat om niet eerder verschenen tracks op een regulier studioalbum (het zijn 'losse' singles, EP's en b-kantjes), geeft het m.i. ook een goede kijk in de keuken in de ommezwaai van Genesis van een thematisch, zware symfo proggroep naar de lichtvoetige commerciële pop.
Naast de bekende albums die in deze box zitten, is Genesis op een tweede spoor bezig met het creëeren van een nieuw, eigentijds geluid. Ze doen dat met probeersels, overgebleven opnames (dus niet op cd verschenen tracks) van sessies in de studios.
Het 'oudste' nummer op deze extra tracks is It's yourself. Overgebleven van A trick of the tail en b-kant van Ripples, later in gewijzigde vorm ook als b-kant opgevoerd van Your own special way.
Hier klinkt Genesis inderdaad nog als een "vurige symfo-band", waarbij het enige ongeluk is dat A trick of the tail al te lang was en niet nog langer kon duren. Je hoort ook enkele passages van Ripples, It's yourself is een hoogstaand nummer.
Hier had Genesis nog geen oog laten vallen op succes in de hitparades, dat gebeurt eigenlijk na Your own special way, de enige single van Wind & Wuthering. Na I know what I like pas de tweede hit van Genesis in Engeland.
De EP Spot the pigeon bestaat uit drie tracks, Match of the day, Pigeons en Inside and out. Match of the day is m.i. de track (op kant 1) waar Genesis zijn kaarten op zet. Pigeons staat ook op kant 1, vooral en waarschijnlijk vanwege de tijd. Inside and out duurt 6:48, de andere twee tracks iets langer dan drie minuten.
Wat moesten de Genesis-fans denken van Match of the day? Het nummer mag op z'n minst als lichtvoetige prog/symfo worden opgevat. Een eerste poging ook om de hitparades naar de hand te zetten? Genesis maakte één cd per jaar. In beginsel hoefden er helemaal geen losse singles of EP's te worden uitgebracht, tenzij je snode plannen hebt en uit bent op succes in de hitparades.
Match of the day zou te licht zijn bevonden voor Wind & Wuthering, het album waarna Steve Hackett ook zou vertrekken. Waarom eigenlijk?
Dezelfde kwalificatie (lichtvoetig) geldt ook voor Pigeons, waar een luchtig jaren '30 sfeertje (voor het eerst en het laatst) om de hoek komt kijken. Het aanvankelijk wat trage maar daarna geweldig ontluikende nummer Inside and out is verder prima en zal de meeste fans waarschijnlijk tevreden hebben gestemd. Alleen: de oude Genesis fans kochten geen singles, dus daar zal een eerste vorm van wrijving zijn ontstaan.
Spot the Pigeon zal Genesis tevreden hebben gestemd: het bereikte in Engeland uiteindelijk de 14e plek. Maar geen succes nog elders. Het bekende overgebleven trio begint aan ... And then there were three en ze zorgen ervoor gelijk ook op het album een hit neer te zetten, Follow you follow me. Het nummer werd een groot succes, ook internationaal. Het was de eerste hit van Genesis in Nederland.
Hier beginnen de eerste die-hards af te haken en waar ATTWT als album nog gewaardeerd werd, hadden de meesten weinig lof voor Follow you follow me. Dat deze single toch wel afwijkt van de rest, blijkt uit het volledig uitblijven van succes voor opvolger Many too many dat wél volledig aansluit bij ATTWT. Genesis had er veel werk van gemaakt. Op Many too many staan op de b-kant de extra tracks The Day the light went out (prima nummer, stevig tempo, volledig in de trent van ATTWT, afgevallen i.v.m. gebrek aan tijd) en Vancouver, dat een ballad is. Van weliswaar een redelijk niveau, maar niet goed genoeg voor ATTWT.
Genesis begint aan Duke, een album dat erg lang is, op twee gedachten hinkt en waarvoor vooral ook erg veel nummers zijn opgenomen. Dat tweeslachtige heeft er mee te maken dat Genesis aan de ene kant (nog) geen afscheid wil nemen van het oude symfonische idioom; aan de andere kant willen ze toch ook meer successen in de hitparades, al was het alleen omdat dat ook de aandacht zou richten op het album. Wat in principe een waarheid is als een koe.
De tracks van Duke die het album moeten verkopen zijn Turn it on again, Duchess en Misunderstanding maar de opzet slaagt eigenlijk nauwelijks. Turn it on again haalt internationaal nog de lijsten (in Nederland de onderste regionen, in Engeland plek 10) maar Duchess en Misunderstanding falen opzichtelijk.
Ook hier spaart Genesis kosten nog moeite de singles aantrekkelijk te maken. Misunderstanding krijgt als b-kant het niet op Duke verschenen Evidence of autumn, een track waarbij met recht kan worden gezegd dat het beter is dan zijn A-kant.
Duchess krijgt als b-kant het eveneens overgebleven Open door, een ballad die aansluit bij de ballads op Duke, Heathaze en Please don't ask.
Duke is minder succesvol dan ...And then there were three en dan komt er een moment dat Phil Collins besluit om een solo-album te maken, misschien als uitlaatklep vanwege zijn scheiding, die hij moeilijk kon verwerken. Face value werd een kraker, In the air tonight wereldwijd één van de meest verkochte singles van het jaar. Collins wist opeens welke toon moest worden gezet, welke ingrediënten een hit moesten bevatten en vooral hoe hij moest performen. Hij verzette de bakens, kreeg Banks & Rutherford daarin mee. De opzet slaagde overigens maar half.
Abacab verkocht net als Duke, minder dus dan ATTWT, alleen Abacab haalde als single (opnieuw) de lagere regionen. De oude fans begonnen af te haken, concerten met Abacab nummers werden op boe-geroep onthaald. Abacab leverde overigens nog meer singles, No reply at all, Keep it dark en Man on the Corner.
Die hadden allen b-kanten die beter zijn dan wat Abacab heeft te bieden, maar waarschijnlijk niet pasten (niet commercieel genoeg?) en die ruimte boden voor met name Tony Banks. Allereerst Naminanu, die zowel is terug te vinden op No reply at all en Keep it dark en ook het eveneens prachtige instrumentale Submarine, b-kant van Man on the corner.
Wie, met een beetje vogelen, beide tracks toevoegt aan Abacab en de slechtste twee (of drie) weghaalt, krijgt een beter album.
Ten slotte volgden er concerten n.a.v. Abacab, weergegeven op Three sides live, waarbij de vierde kant gevuld is met studio-tracks. Twee waren er al bekend van eerder uitgebrachte singles.
Paperlate kon worden uitgebracht als EP, met als b-kant You might recall en Me and Virgil. Beiden eigenlijk een laatste stuiptrekking van het oude werk.
De grens van deze box wordt niet voor niets getrokken in 1982. In 1983 zou het definitief een geheel andere kant uitgaan. De extra cd in deze box is een goede weergave van de veranderingen in stijl en daarom eigenlijk onmisbaar. De tracks klinken hier loepzuiver en zijn verder alleen nog terug te vinden in de Genesis Archives 2.