Cohens eerste studio-album met wat uitgebreidere arrangementen, met meer percussie, af en toe een complete ritmesectie (die lekker bonkende basgitaar in het openingsnummer!), strijkers (de ontroerende coda van
Field Commander Cohen) en blazers die op een The Band-achtige wijze gebruikt worden, zodat ik me bij
Why don't you try me bijna in een jazzy nachtclub waan. Producer John Lissauer heeft alles echter via uiterst smaakvolle (en spaarzame) arrangementen in goede banen geleid, zodat de instrumentatie nergens de aandacht afleidt van de aanwezigheid van Cohen zelf in zijn nummers. Zo is
New skin for the old ceremony een logisch vervolg op zijn eerste drie akoestische albums, met vrij compacte en sterke composities en Cohens karakteristieke lyriek vol wrange humor, scherp inzicht in relaties en bloemrijke taal, en omdat hij beter en met (schijnbaar) meer zelfvertrouwen dan ooit zingt is levert hij hiermee wederom een geweldig en bovendien uiterst gevarieerde plaat af die voor mij maar een fractie achter het onvolprezen debuut zit. (Eigenlijk vind ik de single vanwege het flauwe en te vaak herhaalde refrein het enige mindere nummer van de plaat.)
Nog een paar opmerkelijke namen die wel en niet in de credits vermeld worden: op altviool horen we Lewis Furey, die in de jaren 70 drie prachtige platen zou maken, met John Lissauer als producer van de derde, en die bovendien in de jaren 80 ook nog met Cohen samenwerkte aan het script van de film
Night magic (die hij ook zelf regisseerde). En op internet lees ik op meerdere sites dat de harmony-vocal op
Who by fire niet van één van de twee in het boekje vermelde zangeressen (Emily Bindiger en Erin Dickins) is, maar van Janis Ian (die niet wordt genoemd in het boekje van mijn CD-uitgave, misschien vanwege de bekende contractuele redenen). Overigens, hoewel dat laatste nummer in Cohens uitvoering al zo mooi is wil ik toch ook even aandacht vragen voor de ingetogen cover van The House Of Love op de sublieme Cohen-tribute-plaat
I'm your fan (1991).