Een ex-collega was heel vaak wild van een nieuwe band. Telkens als de tweede plaat uitkwam, was ze ontstemt en bij de derde plaat fan af. Niets haalde het bij de glorieuze kennismaking met iets nieuws. Het nieuwe bij Green Day was voor mij, net als voor het gros van de wereld, de single 'Basket Case' en het album 'Dookie'. 'Insomnia' vond ik daarna niet veel, maar een album als 'Nimrod' liet prima groei zien die uitmondde in 'American Idiot', dat de band naar de grootste podia bracht en multi miljonairs maakte. Wat doe je daarna?
Dat was zeker wisselend, maar als ik naar Fathers Of All Motherfuckers luister, dan hoor ik een prima inventief, nee, niet vernieuwend, album, waar de heren lekker van leer trekken. Ik kan hier heel goed naar luisteren en het brengt alles wat ik van een degelijk Green Day album verwacht. Melodieuze, tegen punkpop aanschurkende punkrock. Hier en daar een geleend stukje muziek dat mooi verweven zit in de eigen song. Een band die zichzelf kan opblazen tot buitenaardse proporties, als een punkrock 'Ironman' zeg maar. Drie mannen die een stadion opblazen met hun muur van geluid.
Nee, ik ben niet verrast, maar hoe vaak kan een band dat doen zonder zichzelf helemaal niet meer te zijn? Ik ben wel aangenaam verwend met een lekker plaat vol prettige melodieën.
Dit is een bewerking van een Engelstalige post op
WoNoBloG.