De werkervaring die Kelly Lee Owens heeft opgebouwd als hulpverpleegkundige in een ziekenhuis voor kankerpatiënten beluister je treffend terug in haar overtuigende gelijknamige debuut uit 2017. Deze singer-songwriter uit Wales gebruikt de elektronica als verlengstuk voor haar geleefde emoties, die ze uitwerkt tot een sfeervolle collage aan prachtige verstillende songs. Je hoort de berusting, en de liefde voor de medemens terug in de zalvende, zelfverzekerde tracks die je mee laten zweven in een pijnloze wereld. Eigenschappen die goed te pas komen als ze langs een bed iemands steun en toeverlaat moet zijn, en die ze perfect weet te koppelen aan deze creatieve vorm van ontspanning. Zo goed zelfs dat ze de doordachte keuze maakt om de zorg definitief vaarwel te zeggen en zich professioneel op de muziek te richten.
Toch is het een lange afgelegde weg om tot dit startpunt te komen. Het succes komt niet zomaar uit de lucht vallen, en Kelly Lee Owens is zeker geen gehypet van de straat geplukt sterretje. De eerste tien jaar voor haar soloplaat zijn vooral gericht op het doelbewust onderzoeken van de mogelijkheden die het muzikantenleven haar te bieden heeft. Een nuttige leerzame periode waarin ze aan de slag gaat als bassist bij het indierock gezelschap The History of Apple Pie. Na het goed opgepakte Out of View verlaat ze in 2014 de band, om zich te bezinnen op haar volgende stappen. Daniel Avery en James Greenwood laten haar kennismaken met de veelzijdige mogelijkheden van de elektronica, wat in 2016 resulteert in de EP Oleic, de basis voor Kelly Lee Owens.
De gewaagde cover van Radioheads Arpeggi laat al horen dat ze op Inner Song kiest voor een harder en kil dance geluid. Verrassend, want juist die pakkende ritmische dromerigheid van het origineel sluit naadloos aan bij de sound waarmee ze zichzelf drie jaar geleden bij het grote publiek introduceerde. Probleemloos voegt ze er een forse dosis aan geschoolde diepgang aan toe, waarna het halverwege totaal los lijkt te komen van de zwaartekracht en diepe techno klanken gecombineerd met luchtige ambient er een onvoorspelbare zwartduister kader omheen weeft. Wat een geweldige opener van Inner Song, en wat zal Thom Yorke zich geprezen voelen met hoe Kelly Lee Owens er zoveel eigenheid in weet te stoppen, zonder aan de magie van dit pronkstuk te komen.
De zachtheid heeft plaats gemaakt voor een volwassen goddelijk geluid. Vanaf On hoor je een volgroeide zangeres terug die door haar dromerige zang de pulserende geluidsgolven alle onverwachte richtingen op dirigeert. Een universele bevruchting van dreampop met Daft Punk klinkende nineties house waarmee ze echt keihard toeslaat. Jeanette heeft zelfs een overtuigende old-school new wave opbouw die hier probleemloos op aan weet te sluiten. Het is zo zonde dat deze release van eind lente tot over de zomer heen getild wordt. Het is een plaat die tevens de afgedwongen eenzaamheid van de Silent Disco in het Corona tijdperk zo weet te benadrukken. Op gepaste afstand in je eigen beschermde wereldje helemaal los gaan op hypnotiserende ritmes en voortbewegende beats.
Kelly Lee Owens offert zelfs haar kenmerkende stem op, en laat veel beperkter haar vocalen voor zich spreken. Ze bezit de mogelijkheid om je te bedwelmen, zeg maar gerust te verleiden. Hoe ongemakkelijk moet de luisteraar zich voelen als Kelly Lee Owens als een mysterieuze minnaar opeens de kamer vervuld met haar sensualiteit. Het is een gewaagde keuze om dit niet verder uit te spelen, en te zorgen voor een juiste balans tussen prikkelende zwoele zang en hevig toeslaande instrumentale clubtrance. Inner Song geeft dan ook al haar geheimen en wendingen vrij. Er gebeurt zoveel, wat je niet allemaal kunt omvatten. De tracks lijken opgebouwd in minuscule kleine individuen die zich door de dreunende begeleiding voortbewegen om te kristalliseren in een grotere eenheid.
Het is bijzonder dat avant-garde goeroe John Cale zijn medewerking verleent aan Corner of My Sky, al moet ik helaas wel concluderen dat dit stukje gesproken ambient meditatie het beste tot zijn recht komt met de koptelefoon op. Dan pas dringt de sombere postpunk instrumentatie pas goed je poriën binnen. John Cale heeft nog steeds die huiveringwekkende doortastbare diepe stem. De experimenteerdrift die tot hemelse hoogte leidt is vervolgens een triomfantelijke fel brandende kaars die steeds meer in kracht afneemt. Als uiteindelijk het vlammetje weer begint te schitteren wordt echter niet meer die vurigheid bereikt waarmee Inner Song zo belachelijk sterk mee weet te openen.
Kelly Lee Owens - Inner Song | Electronic | Written in Music - writteninmusic.com