Ik heb altijd een goede band gehad met Béte noir.
Omdat deze brak met een door Ferry ingezette muzikale periode vanaf Roxy music's Flesh & Blood, Avalon en zijn eerse solo cd in lange tijd, Boys & girls.
Nu ben ik niet per se voorstander van het doorbreken van een eenmaal gekozen muzikale koers.
Maar Bryan Ferry dreigde, als muzikale modekoning, zichzelf buitenspel te gaan zetten met herhalingsoefeningen en platgetreden paden. Enige progressie is voor deze heer van stand wel gewenst.
Bovendien vond ik de genoemde cd's, ondanks de fraaie tonen nogal aan de softe kant, iets dat ik niet vind passen bij Bryan Ferry.
En dus tevredenheid bij het verschijnen van Béte noir.
Bryan Ferry heeft, als hij solo zijn eigen muzikanten, songschrijvers mag benoemen, een neusje voor het inhuren van interessante talenten, zoals Neil Hubbard, Johnny Marr en Patrick Leonard.
Johnny Marr was door zijn werk bij The Smiths natuurlijk de 'hotste' gitarist van dat moment. Patrick Leonard werd Ferry's rechterhand op Béte noir. Mede-componist voor een aantal nummers, producer en ook toetsenist. Verantwoordelijk voor de behoorlijk stevige sound.
Later werd Patrick Leonard de grote man achter Roger Waters, op zijn beste solo-cd Amused to death, om Leonard's capaciteiten aan te geven.
De roffels vanaf de eerste noten op Limbo zetten direkt de toon en eigenlijk wordt die niet meer verlaten. Prachtige overgang vervolgens naar de eerste typemachines op het tweede nummer Kiss & tell. Gevolgd dan wel door het minste nummer van de cd, het wat zeurderige New town.
Day for night is een geweldig volgend nummer (wordt niet vaak genoemd), een spannend/tropische ballad Zamba beëindigd kant 1.
The right stuff, succesvolle single, geweldig spel van Marr, opent dan het vervolg. Seven deadly sins past ook volledig in de traditie van dit album. Mooie opening van The name of the game.
Het eindigt met Béte noir, dat ik altijd als rechtstreekse opvolger van Sunset van Roxy music (op cd Stranded) heb gezien: prachtige nummers van weemoed en verlangen. En dat de één de zonsondergang aan de kust betreft en de ander doet denken aan een typisch Frans cafeetje, dat is mij dan om het even.
Géén covers ditmaal, gewoon een volwassen Bryan Ferry cd. Ik moet wel toegeven, eigenlijk de laatste in zijn soort. Het Taxi/Mamouna gedeelte kon mij verre van bekoren. Over As time goes by wil ik het niet eens hebben.
Met Frantique en later Dylanesque krabbelde hij muzikaal weer wat op maar blijkt er vocaal inmiddels toch wel veel te zijn verloren.
En dus hou ik mijn goede band met Béte noir. Die kunnen ze in ieder geval niet meer afpakken.
Momenteel werkt hij overigens met DJ hell en leden van de Red hot Chili Peppers en Radiohead aan een nieuwe cd, verwacht halverwege 2010. Ik zal dan maar niet meer vragen naar de toegezegde nieuwe Roxy music cd.