Prachtige plaat, ik heb er een review over geschreven...
Nederland - en in mindere mate België - maakte kennis met Otto Wichers ofte Lucky Fonz III toen deze jonge Amsterdammer in 2006 de Grote Prijs van Nederland voor Songwriters binnenreef. Een jaar eerder had hij in eigen beheer al een debuutalbum uitgebracht, dat vooral na zijn overwinning de aandacht trok en duchtig bewierookt werd. Het was echter meteen vooral uitkijken naar een opvolger voor het titelloze debuut. Zou Fonz de belofte kunnen waarmaken? De fans mogen opgelucht ademhalen: ‘Life is Short’ laat daar geen twijfel over bestaan.
‘Draw me a River’ roept meteen weer dezelfde vergelijkingen op die me ook te binnen schoten toen ik Lucky Fonz een tijdje terug aan het werk zag als voorprogramma voor onze Zweedse vriend Jens Lekman. Qua songs schurkt de Nederlander dicht aan bij het werk van Vlaamse trots The Bony King of Nowhere. Maar daar waar diens zanger Bram Vanparys vocaal bijzonder sterk uit de hoek komt, is de stem van Fonz eerder beperkt. Dat kan voor sommigen een serieuze hinderpaal zijn, maar voor wie houdt van een eerlijk, breekbaar en verhalend stemgeluid (denk Bonnie ‘Prince’ Billy of Bright Eyes) zal dit als zoete koek naar binnen gaan.
Een andere gelijkenis met alle voorgaande referenties is het songschrijvertalent waarover Lucky Fonz zonder twijfel beschikt. Nergens pakt hij uit met ingewikkelde melodieën, maar desalniettemin staan er heel wat prachtsongs op ‘Life is Short’. Je moet al flink op zoek gaan om een plaat te vinden die een even mooie waslijst aan topnummers kan tentoonspreiden. Naast de openingssong is ook bijvoorbeeld ‘Once I was a Lady’ het perfecte visitekaartje voor Fonz. Een melancholische song die op je afkomt als een charmant folkloristisch verhaal met hier en daar een humoristische noot. Simpel maar uiterst doeltreffend. Absolute kippenvelmomenten zijn echter ‘Seven Years of Observation’ en ‘The Island’, nummers waarmee Wichers zich kan meten met de allergrootsten in het genre. Minder indrukwekkend, maar nog steeds uitstekend zijn ‘Christmas Lights in a Cave’, ‘In Search of the Miraculous’ en de bijzondere afsluiter ‘All the Clocks’.
Positief is ook het feit dat Lucky Fonz de plaat nergens laat verdrinken in een zee van weemoed. Hoe mooi ze ook zijn, het is goed dat de talrijke melancholieke songs hier en daar afgewisseld worden met een vrolijkere melodie. De opgewekte meefluiter ‘All my Days’ doet het steevast prima tijdens optredens, maar is ook meer dan welkom op deze cd. En het Beatlesque ‘Around the Backdoor’ doet tijdig relativeren.
Niet alleen de melodieën van Lucky Fonz III blijven bij, zijn teksten laten eveneens een diepe indruk na. Vooral in ‘Seven Years of Observation’ springt Otto Wichers wonderlijk met zijn woorden om. “In the holiest of places you’ll find the loneliest of man/And after seven years of observation you find that you are one of them”. Een verwoording uit de duizend. Maar ook elders op de cd bruist het van de poëtische hoogstandjes. Zo nu en dan een kleine banaliteit à la ‘Around the backdoor/Honey I called your name/Oh baby baby baby/Honey I called your name’ wordt ruimschoots gecompenseerd door stukjes om je vingers bij af te likken:’‘When you said your heart beat somewhere else outside of you, outside of yourself/You took the stones out of my street to lay your head down upon my beach’ en ‘We’ll drown out the noise by the sound of our whispering’ zijn maar enkele voorbeelden.
Ik denk dat ik inmiddels mijn punt wel al gemaakt heb. Lucky Fonz III weet met zijn tweede plaat probleemloos te bevestigen en mag zich nu al bij de grootste singer-songwriters van zijn generatie rekenen.
http://www.digg.be/articles.php?id=2264
4.5*