Op zijn 6e album laat Peter Gabriel de popsound van
So weer wat meer achter zich en zoekt samen met producer Daniel Lanois naar nieuwe, warme klanken. Het is een intens album geworden vol met persoonlijke thema’s zoals zijn scheiding en daarop volgende relatie met zijn dochter Melanie.
Opener ‘Come talk to me’ opent met een Afrikaans klinkend drumritme waarover Gabriel en gastzangeres Sinead O’Connor ons intens toezingen. Naast Afrikaanse invloeden bevat het nummer ook oosterse klanken. Het nummer zou een boodschap zijn voor zijn puberdochter. Sterkt begin van de plaat.
De roep om erkenning en liefde in ‘Love to be loved’ bouwt zich langzaam op naar een steeds “voller” nummer. Vooral de warme synths van Brian Eno in het tweede deel (waarin hij probeert los te laten) vallen me op.
‘Blood of Eden’ is een ingetogen, maar sfeervol duet met Sinead O’Connor. Voor mij het hoogtepunt van het album. Het nummer is overigens in een andere mix te vinden in de Wim Wenders film ‘Until the end of the World’.
Het wordt gevolgd door ‘Steam’. Het enige nummer dat echt in het verlengde ligt van voorganger
So. Het is een broertje van ‘Sledgehammer’ en ‘Big Time’, met dezelfde energie en hitpotentie. Het werd ook de enige echte hit van de plaat.
‘Only us’ met zijn tegendraads drumritme en programming van William Orbit heeft de vervreemde sound die wat meer de stijl van ‘4’ echoot voor mij. ‘Washing of the Water’ is een fraaie ballad, met een intense tekst dat klinkt als een psalm.
Volgend hoogtepunt is (1e single) ‘Digging in the Dirt’. De rustige coupletten tegen drumcomputer staan in mooi contrast met het heerlijke catchy bridge en refrein. De stop-motion videoclip is ook zeer de moeite waard.
Het oosterse ‘14 Black paintings’ voelt ondanks zijn 4:36 als een soort tussendoortje.
Het rondom een percussion-loop opgebouwde ‘Kiss that Frog’ heeft een dubbelzinnige tekst, waarvan ik dacht dat alleen Prince ze kon schrijven. Het nummer doet me wat denken aan de 12” van I can’t dance....
Het album sluit in stijl af met ‘Secret World’, een intens nummer dat -net als de opener van de plaat- opgebouwd is rondom opzwepende drums en een heerlijke bas.
“
With no guilt and no shame, no sorrow or blame. Whatever it is, we are all the same.” En zo is het Peter, al ben jij op muziekgebied niet de gelijke aan vele anderen