Human Fly van The Horse Flies was mijn eerste en tot nog toe enige poging om op mume een plaat toe te voegen. Na een crash of acht bij het uploaden ben ik ermee gekapt. Maar ziedaar, Dutch Viking heeft het voor me gefixt. Da's mooi, want deze plaat verdiend enige aandacht omdat ie zich op unieke wijze onderscheidt van die andere 120.000 op mume
The Horse Flies maken iets dat het midden houdt tussen folk en bluegrass. Echter (nu niet meteen wegklikken) dat leverde in hun geval onnavolgbare en bij vlagen verontrustende muziek op. Dit klinkt dus niet als Alisson Kraus.
Het titelnummer is een cover van -hands up- The Cramps, dus met de credibility zit het wel snor. The Horse Flies kleuren dit nummer in met tribal ritmes, superstrak banjogetokkel en vioolspel. Het resultaat doet Psycho-Afrikaans aan en brengt ook Steve Reich in gedachten. Kan dat waar zijn?
Hush little Baby is het nummer dat me twintig jaar geleden bij deze plaat deed belanden. Dit catchy wiegeliedje heeft indertijd enige airplay gehad, ook op de Nederlandse radio. De melodie nestelt zich onmiddelijk in je hoofd en je komt er niet eenvoudig vanaf.
Jenny on the Railroad is -net als Cornbread en Link of Chain- een traditional, furieus gespeeld maar nooit slordig. Deze nummers fungeren als het cement dat het album doet staan als een huis.
Rub Alcohol Blues ... ik heb uitgevonden dat The Fiery Furnaces hier iets mee gedaan hebben en ik hoop dat ze voorzichtig zijn geweest. Dit is echt een hemeltergend mooi lied over verloren liefde. Op een traag, maar toch vrolijk deuntje, zet de ik-figuur uit de song uiteen dat alleen doorgaan voor hem zinloos is, het leven had hem sowieso al niets gebracht. "The river is fast, the river is deep, but most the river is ... wide'. Hij haalt het einde van de song dan ook niet, wij gaan nog even door.
Who throwed Lye on my Dog begint met stemmige vioolklanken, en ontwikkelt zich naar een uptempo song met een wat onbegrijpelijke tekst. Wederom een goed nummer, maar er komt een betere.
I live where it's grey is een zeldzame hybride in de popmuziek. The Horse Flies hebben ervoor gekozen om onder dit lied over uitzichtloosheid een trage Front 242 achtige beat te plaatsen. De banjo en violen leveren echter geen terrein in, het totaalplaatje klinkt als een stuk industrial bluegrass van een minuut of acht. Onnavolgbaar en hypnotiserend mooi. 'I will never get skin cancer, I live where it's grey'
Na een derde traditional eindigt plaat met Bluemans Daughter,een verstild countrydeuntje dat geconcentreerd gebracht wordt. Goedbeschouwd het meest conventionele nummer van de plaat, maar een dosis lef hebben The Horse Flies dan al lang getoond.