Ergens in 1972 kreeg ik in het Brabantse dorp waar we waren gaan wonen een nieuw vriendje. Zijn vader zat ook op zee en nam vanuit Taiwan illegale kopieën mee van bekende LPs. Daar zat Woodstock bij, slappe plastic hoes, dun papieren hoezen. De muziek was echter mindblowing. Alles wat op die plaat stond hebben we samen grijsgedraaid.
Het was duidelijk dat toen mijn vader richting Taiwan ging welke opdracht hij meekreeg. Later in het decennium kocht ik een echt exemplaar. Drie platen vol met uiterst avontuurlijke muziek. Ergens begin jaren 80 kwam de film opnieuw uit, dus naar de bioscoop voor die ervaring. Een van de eeerste dvds die ik kocht was Woodstock.
Muzikaal blijft de impact voor mij hetzelfde. Vijf beste nummers op deze plaat bestaat niet. Eigenlijk moet ik 'Love March' alleen aankruisen. Daar vind ik ook in 2019 nog niet veel aan, maar minder erg dan in 1972. Toen waren dat er iets meer. 'Suite: Judy Blue Eyes' was te moeilijk, Sly and the Family Stone te raar en Santana ben ik nooit echt een fan van geworden. Verder vrat ik echt alles. De folk, de rock and roll, zonder te weten wat het was, de hardrock, alles. Het was een kennismaking met muziek voorbij de hitparade. Natuurlijk vond ik de paar hits die er opstonden als eerste goed, maar hoorde ook wat er live mee gebeurde. Al snel openbaarde de rest van de plaat zich volledig. Een mijlplaat.
Deze week werd Woodstock 50 aangekondigd, met de opmerking er bij dat verschillende artiesten die er in 1969 bij waren er weer bij zullen zijn. Voor het laatst neem ik aan. De spoeling begint dus te worden. Ik heb geen spijt er niet bij geweest te zijn. Ieder zijn eigen momenten, maar wat was het mooi geweest, denk ik.