Na het magnifieke debuut Melissa uit 1983 volgde deze Don’t Break the Oath in 1984. Ik kan me als de dag van vandaag herinneren waar ik deze plaat gekocht heb, in 1984 tijdens een schooluitstap naar het Evoluon in Eindhoven (denk ik) en een rondvaart in de haven van Rotterdam en daar vond ik tijdens een vrij uurtje een platenwinkel. Op de terugweg toonde ik trots deze vinylplaat aan één van de begeleiders maar hij (Eerwaarde en toen mijn leraar godsdienst) kon er maar donkergroen mee lachen. Eens thuisgekomen na een te lange busrit, spoorslags naar mijn kamer gerend en deze opgelegd. Wat een album, wat een sfeer, wat een muzikanten en vijfentwintig jaar later is die plaat nog altijd een van mijn dierbaarste bezittingen.
De toon wordt meteen gezet met A Dangerous Meeting: dreigende openingsriffs en drums, dan meteen een solo erop als voorbereiding op de zang van King Diamond. Loodzwaar nummer met toch o zo mooie melodielijnen, de song wordt spijts de vele breaks nooit uit het oog verloren. Fantastisch nummer, let op die loodzware break rond 4:11 met die bel. Happend naar adem volgt Nightmare: een vlijmscherpe en retestrakke beuker van jewelste. Je zou van dit nummer nachtmerries krijgen, opnieuw een aanslag op de trommelvliezen. Wat kunnen de heren Denner en Shermann spelen! Desecration of Souls begint opnieuw met een voor Mercyful Fate zo typisch dreigende openingsriff en gezongen / gesproken intro van King Diamond: je kunt als het ware de krochten van de hel ruiken. Het volgende nummer Night of the Unborn doet mij ontploffen in een pure extase van headbangen en gebalde vuisten in de lucht steken. Het refrein is subliem hierop en de solo’s vliegen je om de oren. Wel, die A-kant is niet mis, zullen we maar zeggen als understatement van de eeuw…
Plaatje omdraaien en dan begint … The Oath: niet te serieus nemen, want dit is gewoon King Diamond die een satanische Onze Vader opzegt met regen en bliksem op de achtergrond. Het is imago, dames en heren, maar na twee minuten verandert dit in een wreed schoon nummer: pijnlijk voor de nekspieren. Dan volgt met Gypsy een persoonlijk favoriet van mij: prachtige riffs en zang en zeer zeer catchy, je zou haast “commercieel” durven denken, maar dan komen weer die breaks en solo’s. Ik ken dit nummer van binnen en buiten: waanzinnig samenspel van de heren muzikanten. Welcome Princess of Hell is een iets trager nummer met prachtig refrein. To One Far Away is een kort instrumentaaltje en een welkom rustpunt: klein maar fijn. Het genadeschot wordt gegeven door middel van Come to the Sabbath: niet normaal.
Voor de liefhebbers of geïnteresseerden: denk voorbij het occulte imago en geniet van een Metal klassieker. Dit is Metal met grote M, summa cum laude.