Je hebt van die mensen die zelfs als alles tegenzit opgewekt blijven. Op zijn debuutalbum Rock & Roll komt Dio over als zo’n rasoptimist. De man die bekendheid vergaarde op de populaire singles Stuk en Dom, Lomp en Famous klinkt even vrolijk op de momenten dat hij een verloren liefde bespreekt als wanneer hij er een gebruikelijke portie brag & boast tegenaan gooit.
Dat is enerzijds de zwakte en anderzijds de kracht van Rock & Roll. Het sterke punt is dat het album een uniform geluid heeft: opgewekte raps over afwisselende producties, op twee na allen afkomstig van Big2. Het nadeel is dat Dio zich te weinig weet te profileren als een volwaardige soloartiest.
Een schrijnend voorbeeld hiervan is Tijd Is Geweest (met Willy), waarin Dio de relatie met zijn ex weerspiegelt. De montere akoestische gitaar en het vlotte handgeklap doen allicht anders vermoeden, maar inhoudelijk gaat het hier om een ernstige zaak. “Met haar had ik plannen, met haar wilde ik serieus weg,” rapt Dio dan ook. Of: “Na al die jaren samen moet ik mezelf vragen wie je eigenlijk bent.” Ernstige onderwerpen dus, maar gek genoeg klinkt Dio hier even vrolijk als op de nietszeggende maar vermakelijke egotripperij op single Het Is Je Boy (met Voicst), en dat geeft de track niet de serieuze lading mee waar de teksten toch wel om schreeuwen.
Dio’s muziek heeft wel vaker een dergelijke serieuze inhoud of op zijn minst een verhaal, maar die intentie komt eigenlijk slechts één keer echt van de grond: op Papa, waar hij openhartig vertelt over zijn vader. Waarom lukt het hier wel de inhoud met de vorm van het nummer overeen te laten komen? Het geheim zit hem in de instrumentatie: Big2 heeft een verzorgde en emotionele ondergrond gelegd voor Dio’s relaas over zijn afwezige vader, dat met wat overdreven koorgezang nog eens extra wordt aangedikt.
Het is het bewijs dat Dio’s serieuze gezicht ook sterke tracks kan afleveren, maar behalve die track geeft Rock & Roll weinig aanleiding tot die gedachte. Dio komt het best tot zijn recht met raps zonder enige pretenties, die hij het liefst in rap tempo op de luisteraar afvuurt. Neem bijvoorbeeld het lekkere uptempo Aye, waar hij over geflipte synthesizers en dikke bassen voornamelijk aandacht besteedt aan zijn eigen kwaliteiten als rapper en als persoon in het algemeen.
Het kinderen-voor-kinderen-gehalte is op vrijwel heel Rock & Roll onmisbaar, maar het enthousiasme evenmin. Zowel Dio als de instrumentaties kennen telkens een aangename snelheid en daarmee een aanstekelijke kracht. Sowieso heeft Dio overwegend goede beats uitgekozen dan wel gekregen. Producer Big2 kan als geen ander overweg met stuiterende bassen en snelle drums, met daaroverheen bij voorkeur een laagje vreemde bliepjes. Die combinatie tussen Dio en Big2 levert soms aanstekelijke muziek op, die de luisteraar niet teveel inhoudelijke kost maar vooral een opgewekt gevoel geeft. Dat werkt goed en tracks als Ze Roepen (DIO) hebben daardoor een geluid dat in de Nederlandse hiphopscène vrijwel nooit voorkomt.
Er zijn namelijk nauwelijks artiesten van vaderlandse bodem die doen wat Dio doet: in hoog tempo onbeschaamd rappen over bouncende beats, zonder verdere diepe lagen of boodschappen. Maar toch moeten er nog enkele negatieve noten gekraakt worden: allereerst is Reverses aandeel ver onder de maat, de twee tracks met beats van hem, Cool (met Jayh) en Ruimteschip (met De Jeugd van Tegenwoordig), vallen behoorlijk uit de toon en zijn ronduit onovertuigend. Ten tweede zijn zestien nummers wel erg veel van het goede en is de toch nogal eentonig rappende Dio niet in staat constant te boeien; voor het volgende album lijkt het het beste of steengoede gastrappers te regelen of de beste tien tracks uit te kiezen. Het grootste nadeel van Rock & Roll - en met name van Dio - is echter dat de rapper zodra hij serieuze onderwerpen aankaart veelal dezelfde enthousiaste toon aanslaat als op de andere nummers, waarmee hij de ernst van zijn eigen verhaal drastisch naar beneden haalt. Wat overblijft is een onbezorgd, hitgevoelig en zomers album voor de winterdagen.
Bron:
Hiphopleeft