De deuren gaan open en we staan midden in een kroeg. Gewoon een Nederlandse kroeg en gewoon tussen Nederlandse kroegtijgers.
De eerste keer dat ik het nummer
If I Should Fall From Grace With God hoorde wist ik niet wat me overkwam: waarom hoor ik dit nummer in het nuchtere Nederland in een gewone kroeg van eigen bodem, tussen uit de klei getrokken stijve harken die alleen maar slap konden ouwehoeren. Waarom was ik niet in een Ierse pub tijdens een wild feest waar de voeten eens flink van de vloer gingen en het huisbandje The Pogues heette?
Hoe dan ook leverde deze belevenis al snel een spurt naar de winkel op om dit te kopen.
Turkish Song Of The Damned was het eerste dat ik dus nog niet gehoord had en nu thuis kon luisteren. Het voordeel van thuis luisteren is dan wel dat je je gedachten makkelijker kunt laten afdwalen, en waarom niet naar datzelfde Ierse Pub feest waar ik niet bij was?!!
Wat een prachtige melodie heeft dit nummer toch. Heel erg verrassend en het zit ongelooflijk knap in elkaar. Dit gaat veel verder dan alleen maar feestmuziek. Dit is kunst!
En hoe opzwepend is de eindspurt van dit nummer.
Het feest is nog maar net begonnen dus gaan we vrolijk door met
Bottle Of Smoke. Ook hier zweept de muziek je enorm op. Ik moet ook zeggen dat er maar weinig nummers zijn die me zo weten op te jutten als de nummers op dit meesterwerk van The Pogues. Dit nummer is er zeker ook eentje.
Tijd om het even iets rustiger aan te doen op het overbekende
Fairytale Of New York. Een heerlijk nummer met Kirsty MacColl. Gelukkig te sterk om te vervallen in een onvervalste Christmas-tearjerker waardoor het nog steeds zeer aangenaam is om hier naar te blijven luisteren zonder die misselijke smaak te krijgen van die oersaaie kerstdagen. Ontroerend mooi.
Al snel moeten de beentjes weer van de vloer en nu op
Metropolis. Ik noemde al de term opzwepende muziek. Hoe moet ik dit in hemelsnaam dan nog gaan noemen. Sodeju zeg. Dansen dansen dansen tot je er bij neer valt. Rauw en tegelijkertijd engelachtig mooi. Ik zou het niet anders kunnen omschrijven. Wie zulke nummers kan schrijven en uitvoeren verdient het predikaat meesterwerk.
Tot op de dag van vandaag is
Thousands Are Sailing een favoriet, niet alleen vanwege de sterke tekst, maar ook vanwege een verhaal dat een vriendin me ooit vertelde. Ze geloofde in reïncarnatie en ze voelde gewoon dat ze ooit in Ierland geleefd moest hebben. Ik bespaar ieder de prachtige verhalen die ze daarover uiteen kon doen, maar ik als niet-gelover raakte daar toch door geboeid en telkens als ik dit nummer hoor denk ik een beetje aan haar relaas.
Daarnaast vind ik het gewoon een erg mooi nummer dat een snaar weet te raken. Ja ja, aERo heeft niet altijd gevoelige strijkers nodig om dat voor elkaar te krijgen.
South Australia lijkt op het eerste gehoor een lekkere dronkenmans-meebruller. Natuurlijk is het een lekkere meedeiner, maar ik kan me niet ontrekken aan het idee dat het toch wel meer is dan slechts dat. Ook dit nummer kent weer spannende wendingen en zit oerdegelijk in elkaar.
Fiesta is het enige nummer dat ik wel eens skip. Misschien toch te vaak gedraaid en misschien ook te veel gehoord in foute settings (zelfs op carnavalsbals kwam ik het tegen) en echt iedereen kwam los op dit nummer. Goed teken natuurlijk, maar soms is het voor mij dan net even too much en vind ik de skip-knop. Daarmee zeg ik overigens niet dat ik het een minder nummer vind: integendeel, ik durf het wel een klassiekertje te noemen.
De Medley
The Recruiting Sergeant/The Rocky Road to Dublin/Galway Races klinkt net even wat puurder, wat niet zo vreemd is gezien het feit dat het hier om traditionals gaat. En hiermee laten The Pogues gelijk ook zien hoe sterk hun zelfgecomponeerde nummers zijn door hun eigenheid, zeker als het gelijk opvalt bij een bewerkt nummer als dit. Deze medley vind ik overigens ook ijzersterk en draai ik graag.
Streets Of Sorrow / Birmingham Six zorgt eigenlijk voor het eerste echte rustpunt op de plaat. Een mooie gitaar bij kalme zang. Maar ja the Pogues zouden The Pogues niet zijn als dit razendsnel overgaat na nog geen twee minuten in een heerlijke meedeiner van het hoogste niveau. Shane neemt de zang hier ook weer over.
Dan doen we het gewoon nog even wat rustiger op
Lullaby Of London. Een song waar de melancholie van afdruipt. Mooi en gevoelig gespeeld, want ook dat is een kant van deze ruige heren.
The Battle March Medley is een heerlijke instrumental. Ondanks dat er geen zang is, is het een onmisbaar nummer en doet het totaal niet onder voor de rest. Zeker ook geen nummer voor 'tussendoor'. Heerlijke, afwisselende tempo's houden de vaart er goed in en weten het nummer van begin tot eind spannend te houden.
Sit Down By The Fire begint met iets meer rock, maar dat is schijn want al snel keert het feest terug en daar zijn de instrumenten natuurlijk mede verantwoordelijk voor. Dit is wederom party-time op zijn best.
Vervolgens deinen we verder op
The Broad Majestic Shannon. Bij zo'n woord als 'deinen' krijg ik zelf meestal wat negatieve duitse bierhal taferelen op mijn netvlies. Goddank gebeurt dat hier totaal niet en zie ik dat deinen eerder als iets heel positiefs, want over een juweel als dit valt gewoon niks negatiefs te melden. Waarom zou ik?
Helaas komt aan elk feest een eind en zo ook hier op
Worms, alsof Tom Waits als het feest al voorbij is nog even dronken binnen komt waggelen met de vraag waar het feest is, verdwaast om zich heen kijkt en ziet dat iedereen al laveloos op de vloer ligt, over de bar hangt of al lang en breed huiswaarts is gekeerd.
Jammer Tom: volgende keer op tijd komen dan maak je net als ik het mooiste en opwindendste feestje van je leven mee.
O ja: ik verhoog nu toch maar eens van 4,5 naar 5*
