'Toegankelijkheid'. Dat is het motto van Andrew Bird's in 2007 versche-
nen album 'Armchair Apocrypha'. Het album kenmerkte zich door aan-
stekelijke pop/rock songs - bijna top 40 waardig - verweven met ui-
teraard het handelsmerk van Andrew Bird; veel strijkers en gefluit.
Armchair Apocrypha is het donkerste album tot nu toe en staat fel in
contrast met eerdere zomerse albums als pakweg The Mysterious Pro-
duction of Eggs, die mij in de eerste instantie verliefd maakte op An-
drew Bird. Met zijn nieuw verschenen Noble Beast gaat hij weer de
muzikale strijd aan met zichzelf, hunkerend naar een nieuw geluid en
de geduldigheid van de afnemer.
Vooral dat laatste vergt de nodige inspanning van de luisteraar. Waar
voorgaande albums met een enkele luisterbeurt te doorgronden waren,
is er voor Noble Beast een hele andere attitude nodig. Dagen, zo niet
weken zijn nodig om de schoonheid achter dit plaatje te ondervinden.
Pas dan wordt de techniek blootgelegd - de formule - die alles op zijn
plaats zet: de strijkarrangementen, het gefluit van Bird en de korte
intermezzo's van nog geen minuut vallen allemaal op zijn plaats. Maar
ook aan degenen die slechts melodische popnummers willen, is ge-
dacht. Zo is er 'Anonimal', die naar het einde toe een beetje weg
heeft van Jens Lekman en 'The Privateers', een dromerig popnummer
die de melancholie van het debuut laat herbeleven.
Andrew Bird levert met Noble Beast een technisch hoogstaande plaat
af, die overigens wordt vergezeld van een instrumentale cd wanneer
men de deluxe versie koopt. Ook meesterwerk is zeker de moeite
waard en bevestigt nog maar eens hoe Bird in de jaren is gegroeid
van timide muzikant tot technische muziekwetenschapper.
www.mp3blog.punt.nl