In 1974 kwamen 2 LP's uit van Styx nml 1 in februari en 1 in november.
Deze kwam eerder uit als "Man of Miracles" die echter in de MM index als derde staat, het is maar dat u het weet.
Op deze plaat profileerde James Young, dat is die gitarist met dat lange blonde haar zich voor het eerst als songwriter.
En eerlijk is eerlijk, alhoewel ik kort door de bocht zijn composities vrijwel altijd als de minste van vrijwel elke Styx plaat vind tekent hij hier voor het sterkste nummer nml "Young Man".
Dat vind hij zelf blijkbaar ook want hij heeft het later nog eens opgenomen op een solo CD.
Het is een stevige song met veel dynamiek, een akoustisch begin en veel hard zacht stukken met een tegendraadse keyboardsolo.
Is eigenlijk 1 van de beste songs van de eerste 4 platen van Styx.
Verder tekent hij nog voor de openingstrack "Witch Wolf", een typische rechtoe rechtaan rocker die hij later nog meer zou schrijven.
Dan hebben we nog die andere gitarist John Curulewski die met 3 nummers vertegenwoordigd is op deze vreemde Styx plaat.
Hij begint goed met "As Bad as This", een dromerig akoustisch riedeltje met zijn lage stem die hoe simpel ook blijft boeien.
Wat jammer dat na een paar minuten de meligheid de overhand krijgt want het 2de gedeelte van die song genaamd "Plexiglas Toilet" slaat echt helemaal nergens op !
Het "22 Years" van hem is maar meteen het minste nummer van de plaat maar gelukkig tekent hij ook voor "The Serpent Is Rising".
Is mijn favoriet nummero 2 van deze CD, ook veel dynamiek hierin en lekker (over the top) bombastisch.
"Krakatoa" is wat gepraat en vage synthesizer geluiden en gaat over in het "Hallelujah Chorus".
Ook erg melig maar wel erg overtuigend en goed gedaan die massale koor samenzang.
Dennis DeYoung komt met de degelijke tracks 2,5 en 7.
"The Grove of Eglantine" en "Jonas Psalter" zijn vrij log en James Young zingt er ook lead vocals op mee.
"Winner Takes All" is wat luchtiger van toon en klinkt vrij commercieel.
Het schijnt dat Styx dit album als hun slechste beschouwd maar ik ken er wel een paar die minder zijn als deze.
Is wel de meest afwisselende, ook al staan hier geen mierzoete Dennis DeYoung ballads op.