Ik maak nooit jaarlijstjes, maar als ik dat in 2002 wel gedaan zou hebben had dit album op een hoge positie gestaan. Want Oh wat is dit fraai. Prachtige melodische metal die zonder de spaarzame grunts als progressive rock zou zijn aangemerkt. Want hoezeer ook Metal, ik hoor geen snelle drums, overheersende grunts, en wat al niet meer tot Metal wordt gerekend.
Agalloch, een band die 20 jaar heeft bestaan en er in 2016 mee gestopt is. Een bruggenbouwer tussen verschillende genres. Doom Metal, Progrock, Neofolk en Ambient.
In Spotify staat in mijn playlist bij de eerste vijf nummers een groen hartje, net als bij het 8e nummer (In The Shadow Of Our Pale Companion) Vooral dat laatste nummer is een topper. Met steeds wisselende melodielijnen..
Maar laten we bij het begin beginnen. Odal, een aantal simpele akkoorden ter inleiding op een prachtige eindsprint. Datzelfde recept wordt gebruikt voor The Lodge, hemels! You Were But A Ghost In My Arms kent prachtige vocalen en een ingetogen grunt en wederom een dijk van een melodie.
The Hawthorne Passage, uiteraard weer een fraaie melodie en een mooi ingetogen middenstuk. Elf minuten ruim die geen moment vervelen. …And The Great Cold Death Of The Earth. Over het einde van de aarde : Life is a clay urn on the mantle and I am the fragments on the floor
In de afsluiter nog een staartje metal, maar nog steeds in bescheiden mate.
Eerder gepubliceerd op
https://www.jorros-muziekkeuze.nl