Samen met de legendarische debuutplaat en de daarop volgende platen met Roth – met uitzondering van Diver Down – behoort Balance voor mij tot het beste album dat de band rondom de Nederlandse broertjes Eddie en Alex Van Halen uitgebracht heeft. Op de een of andere manier heeft David Lee Roth mij met zijn soulvolle vocalen altijd meer aangesproken dan Sammy Hagar, maar deze plaat is sterk genoeg om ook met Hagar te boeien. Daar waar ik op platen als 5150 en OU812 regelmatig nummers skip, is dat hier eigenlijk niet het geval. Ik wil overigens benadrukken dat Hagar zeker geen slechte zanger is, maar dus gewoon niet zo mijn smaak.
Van Halen laat op Balance horen goed mee te zijn gegaan met de tijd. De sound is wat alternatiever dan ik van ze gewend was, maar ook verklaarbaar in het muzikale landschap van de jaren ’90 en eigenlijk bevalt het me wel. Toch laat ook Eddie zijn gitaar weer als vanouds loeien en bevat deze plaat met de epische opener The Seventh Seal, het venijnige Big Fat Money en het stevig rockende Aftershock enkele ijzersterke composities. De wat rustigere nummers Can’t Stop Lovin’ You en met name Not Enough klinken daarentegen erg gelikt en kunnen mij nauwelijks bekoren.
Voor mij de laatste sterke plaat van de band, die hierna met Gary Cherone flink de mist inging. Ook het comebackalbum A Different Kind of Truth heeft mij nog niet echt kunnen boeien. Nee, dan luister ik liever naar deze plaat waarop de band nog echt herkenbaar maar toch ook eigentijds klinkt: 3,5*