Bij mij precies hetzelfde verhaal als bij
potjandosie. In 1968 begonnen met Jimi Hendrix, Who, Led Zeppelin. Iets later volgde CSN(&Y), Young solo, Van Morrison, Yes, Genesis, Jethro Tull, Gentle Giant, ELP en nog veel meer.
Maar vooral geen folk, dat was ook voor mij muziek voor opa's en oma's. Pas heel veel jaren later begon ik mij - met als opstapje de countryrock van de begin jaren '70 - te interesseren voor de oorsprong van deze muziek. En zo kwam ik terecht bij Townes van Zandt, Steve Earle, Chip Taylor, John Prine, Guy Clark en Ry Cooder. En via hen weer bij Hank Williams, Woody Guthrie en de Appalachian folk. En ja, allemaal muziek van amerikaanse bodem.
En het duurde weer vele jaren voordat ik de Britse folk ging ontdekken. En dat was weer eens fijne ontdekkingsreis. Mijn eerste gidsen waren Nick Drake, John Martyn en vooral Richard Thompson. Eerst zijn volledige oeuvre, en pas daarna (ik weet het: schaamrood op de kaken) de albums die hij met zijn Linda maakte. Zeker drie klassiekers, waaronder dit album.
Ik ben het dan ook volledig met potjandosie eens, behalve met zijn opmerking "
Een fenomenaal, tijdloos album. Beter zou het nooit meer worden". Dat werd het in mijn oren wel in de vorm van hun laatste meesterwerk
Shoot Out the Lights. Een gezamenlijke(!) zeer intieme terugblik op de teloorgang van hun relatie. Een hartverscheurende plaat.