Allereerst mijn complimenten aan Angelo, met zijn heldere mening. Ikzelf ben nog iets positiever gestemd, en wil dan ook uitleggen hoe dat komt. Hopelijk op een even duidelijke manier als Angelo.
Eerst eens gaan kijken wat Marling al heeft gepresteerd. Zij is 21 jaar (7 dagen ouder dan ik, om precies te zijn), en heeft toch al één en ander gepresteerd waarop menig ander jaloers zou moeten zijn. ‘A Creature I Don’t Know’ is haar derde langspeler in 4 jaar tijd, en laat voor mij zien dat Marling volwassener is geworden, ten opzichte van de vorige platen. Haar debuut was prima, heel erg goed zelfs, en de opvolger die vorig jaar uitkwam, had zeker z’n goeie momenten, maar werd soms een beetje teveel overschaduwd door haar begeleiders, Mumford & Sons.
Ook heeft Marling een relatie achter de rug met Charlie Fink van Noah and the Whale, rookt ze als een schoorsteen en was ze te horen op een nummer van de laatste plaat van Johnny Flynn. Met andere woorden, Marling is nog jong in jaren, maar heeft al wat meegemaakt. Dat doorleefde hoor je ook terug in haar stem, die helemaal niet klinkt als die van een 21-jarige frisse deerne. Maar het klinkt bij tijden wel uiterst charmant, zoals in het prachtige ‘Night After Night’, tevens één van de beste nummers op de plaat.
Andere uitblinkers zijn ‘The Beast’, zowat de tegenpool van ‘Night After Night’, dat naarmate het einde eraan komt, steeds heftiger wordt, en opener ‘The Muse’, met z’n heerlijk jazzy instrumentatie. Met iets meer dan 40 minuten is ‘A Creature I Don’t Know’ zeker niet te lang (helemaal niet), en je wordt ook zowat heel de speelduur verplicht geboeid te blijven luisteren, omdat het gewoonweg erg goed is. Echt zwakke nummers vind ik hier niet terug.
De plaat klinkt ook als een geheel, waar dit bij haar vorige platen niet echt het geval was. Zo vloeit ‘Don’t Ask Me Why’ mooi over in ‘Salinas’ zonder dat je er erg in hebt, en zijn er op tekstueel vlak ook verwijzingen onderling. Enkele voorbeeldjes:
“I’m nothing but the beast;
And I’ll call on you when I need to feast.” ( ‘The Muse)
“Calling Sophia, goddess of power.” (‘The Beast’)
Enfin, wat ik wil zeggen, is dat Laura Marling dit keer niet enkel haar hart uit heeft gestort, maar ook goed heeft nagedacht over de boodschap die ze wilde overbrengen, en de manier waarop je dat het meest efficiënt kan doen. De titel van het album slaat volgens mij op ‘The Beast’, een wezen dat in ieder van ons schuilt, en dat maar moeilijk in z’n kaarten laat kijken. ‘Sophia’ is zijn tegenspeler, “sofia” is volgens mij Grieks voor “wijsheid”, of laat m’n kennis me nu in de steek? ‘Sophia’ staat voor het gezonde verstand, denk ik dan. En op die manier leg je al heel wat dingen bloot. De knappe, subtiele teksten van Marling geven bij mij de doorslag, geven mij het signaal dat ik deze jongedame best één of meerdere pluimen op de denkbeeldige hoed mag steken.
Laura Marling speelt op haar nieuwe plaat ook met aardig wat verschillende stijlen, gelukkig op een ongedwongen manier, zodat het niet al te veel in de spotlights komt te staan. Al kan je het country-achtige einde van ‘Sophia’ moeilijk negeren (erg geslaagd, dat wel). Dat is het meest voor de hand liggende voorbeeld dat ik kan geven. Maar ook in de andere songs hoor ik invloeden uit andere genres. Wat ik daarnet al zei over ‘The Muse’, geldt op een andere manier ook voor ‘I Was Just A Card’, dat een speciaal sfeertje uitademt, en de manier waarop Marling fraseert, weet mij dan weer wel te overtuigen. Het doet me zelfs denken aan de jazzzangeressen van de jaren ’50.
‘Rest in the Bed’ is gedrenkt in een lekker walssausje, terwijl ‘Salinas’ weer meer de traditionele folk opzoekt. Wat ook in haar voordeel pleit, is dat ik haar erg graag bezig hoor, op één of andere manier weet haar zang mij nu helemaal te overtuigen en mee te slepen. Met haar derde plaat heeft Marling bevestigd, en zelfs meer, haar twee eerste platen overtroffen. Hopelijk maakt ze nog veel platen van dit allooi in de toekomst.
4 sterren