BoyOnHeavenHill schreef:
Dat sommige mensen de plaat moeilijk vinden verbaast me eigenlijk een beetje, want de meeste nummers zijn zo helder gestructureerd en bevatten zulke toegankelijke melodieën dat ik dit zelf nooit als een moeilijk album heb ervaren. Integendeel zelfs, de relatief korte nummers, de enorme rijkdom aan melodieën, de variatie aan stijlen, die incidentele instrumentale flarden tussendoor die zo sfeerverhogend werken, de teksten vol alliteraties, de humor (
Counting out time !), het verhaal dat verduidelijkt wordt door de hervertelling in proza op de hoes...
Echt 'moeilijk', in de zin van muzikaal ingewikkeld en ondoordringbaar, is The Lamb niet. Maar het is wel de Genesis-plaat waarbij ik er het langst over deed om er 'in' te komen. Misschien dat de plaat juist door die overwegend korte nummers op het eerste gehoor een wat fragmentarische indruk maakt, zeker in combinatie met de lange speelduur van een dubbel-LP. Het is wel zo'n plaat die je vaak gehoord moet hebben en waar je je echt in de teksten en de nogal complexe en absurde
verhaallijn moet verdiepen om het maximale eruit te halen. Het heeft bij mij echt tot diep in de jaren tachtig geduurd (en ik moet hem aan het begin van dat decennium gekocht hebben) voordat het kwartje viel. Muzikaal is dit natuurlijk ook een heel rijk album, dat had ik al eerder onderkend, en dat hielp me ook om 'm vaak te draaien.
BoyOnHeavenHill schreef:
Maar waar deze plaat voor mij vooral uniek in is... ik denk dat ik van geen enkele plaat zo vaak regels binnenkrijg (en ik denk ook dat geen enkele plaat zo'n dichtheid aan "binnenvliegende" regels heeft) als
The lamb. "Wonder women you can draw your blind, don't look at me, I'm not your kind!", "There's Howard Hughes in blue suede shoes", "I wonder where the hell I am, some kind of jam?"
(...) Ik kan me ook voorstellen dat vele liefhebbers van deze plaat bovenstaande regels lezen en bij elk fragment meteen de bijbehorende melodie in hun hoofd horen. En natuurlijk betekenen deze regels allemaal wat, maar het is ook en vooral hoe ze klínken waardoor ze zo memorabel zijn en waardoor ze zich zo vaak ongevraagd bij mij aandienen – de rijmvorm, de alliteratie, het zeer uitgebreide vocabulaire, de verwrongen manier waarop ze vaak gezongen worden, en het "lekker bekken" binnen de muziekregel.
En als je je dan eenmaal voldoende verdiept hebt in het album, blijkt dit ook zo te werken. Tekstueel is het een heel interessante plaat, met een hoop one-liners die nogal eens ongevraagd als oorwurm binnenkomen. Dat herken ik heel goed. Het maakt dit album ook voor mij uiteindelijk tot een van de toppers in het Genesis-oeuvre. Al ben ook ik, net als
Running On Empty, van mening dat alles wat ze van '72 tot '77 deden gewoon vijf sterren waard is.