Met nieuwe producer Ron ‘I’m not difficult, I’m demanding’ Nevison werd
Lights Out opgenomen. De plaat klinkt zowel stevig-bombastisch als romantisch-warm en werd hun doorbraak in de Verenigde Staten en maakte de Britten in eigen land tot een must-see-live.
Toetsenist Danny Peyronel kreeg de schuld van de tegenvallende Amerikaanse verkoop van voorganger
No Heavy Petting en moest weg. In werkelijkheid kwamen de tegenvallende cijfers door de gebrekkige distributie in de Verenigde Staten: fans die na het bezoeken van een show naar de winkel gingen, troffen daar veelal geen UFO in de bakken aan. Omdat de bandmanager tevens voor platenbaas Chrysalis werkte, werd dat detail over het hoofd gezien…
Inmiddels wilde de band via een Amerikaanse producer diens land van de eindeloze mogelijkheden veroveren: welkom Ron Nevison. Hij was streng, maakte slim gebruik van de spanningen tussen zanger Phil Mogg en gitarist Michael Schenker om sterkere muziek te creëren én knutselde aan de ruwe ideeën van de laatste. De introverte Duitser sprak nog altijd gebrekkig Engels en communiceerde weinig met Mogg en bassist Pete Way. Wel kwam hij met briljante gitaarriffs, thuis solo opgenomen; het was niet altijd makkelijk om daar een lied met coupletten en refrein van te maken; wie echter dit
Lights Out hoort, weet dat Nevison, Mogg, Way en drummer Andy Parker in die opzet slaagden.
Teneinde het studiogeluid waar te kunnen maken, was echter nog altijd een vijfde bandlid nodig. Van de groep Savoy Brown werd daarop gitarist/toetsenist/zanger Paul Raymond gehuurd, welke bovendien aan een nummer van dit album meeschreef.
Nooit tevoren klonk UFO zo krachtig als Nevison hier vastlegde. Tegelijkertijd waren ze met diens toetsen- en strijkersarrangementen plotseling ook romantisch. De stevige nummers verschenen veelal op de liveklassieker
Strangers in the Night (1979), daarom hier aandacht voor de onbekendere nummers.
De bluesinvloeden zijn bijna verdwenen, alleen op
Electric Phase klinkt daar iets van door dankzij de slidegitaar. Qua warme songs is het genieten bij
Just Another Suicide (violen, piano), de wonderschone ballade
Try Me en het popachtige
Alone Again or, met strijkers en zelfs blazers. Oorspronkelijk (1967) van
hippieband Love, van dat album waar wel meer briljante rariteiten op staan. De aor-achtige nummers op
Lights Out hadden zomaar op
Broken Heart uit hetzelfde 1977 kunnen staan, het succesvolle tweede album van labelgenoten The Babys. Geproduceerd door… Juist, Ron Nevison.
Uit de
bandbio (2013) van Neil Daniels vis ik enkele details. De band speelde avond aan avond, met in de set nog altijd
C’mon Everybody en
Boogie for George van hun debuut met gitarist Mick Bolton.
De druk werd Schenker teveel: hij mixte het rustgevende medicijn Hemenivrin met alcohol, dezelfde combinatie die Keith Moon van The Who fataal werd. In juni 1977 verdween hij spoorloos, vlak voor een Amerikaanse tour. Ex-bandlid Paul Chapman, in ’74 enkele maanden slaggitarist in UFO, werd ingehuurd en promoveerde naar leadgitaar.
Ondertussen werd naarstig naar Schenker gezocht. Deze bleek zijn bezittingen in Londen te hebben verkocht, tot zijn auto toe. Uiteindelijk werd hij opgespoord in München, waar hij door Way werd overgehaald om terug te keren, net op tijd voor een volgende Amerikaanse tournee. In augustus reisde de band daar wederom heen en keerde Chapman terug naar Lone Star.
Tijdens die tournee vonden Way en Mogg gelegenheid voor hun practical jokes: bij ieder optreden van tourgenoten Rush spijkerden ze een paar roze pantoffels vast op het podium; het leidde ertoe dat de Canadezen door een journalist werd gevraagd of daar een mystieke betekenis in zat…
In de Verenigde Staten piekte
Lights Out op #23 en in het thuisland zowaar op #54, de eerste albumnotering. Nog altijd vrij mager, maar daar stond tegenover dat hun concerten daar plotseling uitverkochten. Recensenten noemden het indertijd hun sterkste album tot dan toe. Klopt helemaal!
Voeg daaraan toe de livebonussen op de cd-versie van 2008 en tevens streaming, en je hebt een klassieker; soms donderend maar tegelijkertijd extra sympathiek vanwege de breekbare liedjes en aor-invloeden. Wat zingt die Mogg immers mooi, of het nu luid of kwetsbaar is…