Harmonium was een Canadese folkband, die ook elementen uit jazz en progressieve muziek haalde. Je zou het dus kunnen beschrijven als progfolkjazz, maar daar ben je weinig mee, natuurlijk. Het collectief bracht slechts drie albums uit, en ‘Si On Avait Besoin d’une Cinquième Saison’ is vooralsnog de enige die ik ken. Maar hij klinkt wel als een klassieker.
De hoes is erg kleurrijk en divers, wat terugkomt in de muziek. Vijf nummers, vijf seizoenen. Er zijn toch maar vier seizoenen? zal u zeggen. Welja, Harmonium heeft er gewoon een vijfde bij verzonnen. Soms is die drang er, om meer te kunnen verklaren dan verklaarbaar is. De Oude Grieken beweerden dat alles was opgemaakt uit vier elementen: water, vuur, lucht en aarde. Maar omdat er verschillende dingen waren die niet te verklaren waren op basis van deze vier elementen, kwam men met een vijfde: phlogiston. Het bestaan daarvan werd uiteindelijk ontkracht door de Fransman Lavoisier.
De eerste song representeert de lente. ‘Vert’. Alles is groen, een weelderige omgeving in volle bloei. De song is vrolijk, maar niet compleet uitgelaten; alles moet nog op gang komen. De natuur ontwaakt, en het licht van de zon schenkt leven. Met ‘Dixie’ hebben we een zomers nummer, in de stijl van de dixieland muziek. De zon staat hoog aan de hemel en maakt lange dagen, optimisme bestijgt de troon. Vrolijkheid en geluk worden gecreëerd door de warmte en het licht.
‘Depuis l’Automne’ luidt de herfst in. De sfeer wordt weemoediger, de zang klinkt al eens wat klageriger. Nostalgie klinkt door in de prachtige samenzang. Was het nog maar zomer.. nu alles in verval raakt. De bladeren vallen van de bomen, nadat ze eerst bruin zijn geworden. De laatste oprispingen worden geuit in de vorm van een tegenstribbelende klarinet. Alle lof voor Pierre Daigneault, verantwoordelijk voor het fluit- en klarinetspel op deze plaat. Hij doet dat werkelijk voortreffelijk over de gehele lijn. Een klassiek aandoende outro sluit het nummer af.
De winter volgt op de herfst, en dat gebeurt op dit album met ‘En Pleine Face’. Een pagina wordt omgedraaid, zoals de openingslijn luidt. Dit is een ingetogen nummer, doch niet depressief of kil klinkend. Ik hoor er eerder het verlangen, de hoop naar een nieuwe lente in. De cyclus wordt vervolmaakt, en men kan weer opnieuw beginnen, met een schone lei. “C’est moi qui est tombé en pleine face”…
Met natuurgeluiden wordt ‘Histoire Sans Paroles’ ingeluid. Het vijfde seizoen, la cinquième saison. Imaginair, uiteraard, maar laat dit net het allermooiste seizoen zijn. De schitterende apotheose, waarin alles terugkomt. Het leidmotief dat men in het begin hoort (op fluit, merci monsieur Daigneault!), komt helemaal op het einde nog eens terug, en kent zelfs een nog intensere opmaat. Daartussen gebeurt er ook heel wat (het nummer duurt namelijk zo’n 17 minuten!). Na de klassiek aandoende intro (die ook wat epiek in zich herbergt), valt de piano in. Even later de akoestische gitaar. Een mystiek klinkend stuk passeert. Een heel speciaal instrument, één van de vroegste instrumenten zelfs, waar meerdere klassieke componisten gebruik van hebben gemaakt, wordt hier ook bespeeld. Het gaat over de ondes-Martenot, en dat instrument wordt bespeeld door Marie Bernard. ‘Histoire Sans Paroles’ is de perfecte synthese; als men een extra seizoen zou nodig hebben, zou dit een geschikte kandidaat zijn, op muzikaal vlak.
Harmonium speelt (ze hebben hun naam niet gestolen) erg harmonisch, haast als een orkest, zo gedisciplineerd. Maar aan de andere kant toch ook weer opvallend los en ongedwongen, alsof ze het gewoon uit hun mouw schudden, die knappe melodieën. Vooral het piano- en klarinetspel doen me denken aan jazzmuziek, terwijl de akoestische gitaar het folkelement vertegenwoordigt. De zang zit er een beetje tussenin, met uit beide takken invloeden. De soms complexe composities (zoals dat slotnummer) geven het geheel een progressief tintje. In 1975 was dit redelijk vooruitstrevende muziek, neem ik aan. Het belangrijkste is dat ‘Si On Avait Besoin d’une Cinquième Saison’ zijn houdbaarheidsdatum nog lang niet overschreden heeft, en me ook na 12 luisterbeurten nog steeds in zijn greep heeft. Van begin tot eind.
4,5 sterren