De fonotheek van mijn dorp had
Live... in the Heart of the City niet staan en ik was niet zo'n grote fan van Whitesnake dat ik deze aanschafte. Ieder album van de groep in hun eerste fase vond ik namelijk een mix van
"killers & fillers".
Nou had mijn puberbrein moeten redeneren dat Whitesnake voor een liveplaat hun beste nummers zou selecteren, zodat dit een plaat vol killers zou zijn geworden.
Maar ik had nog een bezwaar: Bernie Marsden en Micky Moody zijn bluesmannen, geen snarenracers zoals Ritchie Blackmore en Tony Iommi, mijn eerste twee gitaarhelden. Wel had ik inmiddels Rory Gallagher op het vizier (
Stage Struck, wát een liveplaat!), maar als ik een plaat kocht, dan wilde ik voor mijn duurverdiende centjes snelle muziek en racende solo's horen. Daar is
Live... in the Heart of the City niet van. De lange gitaarsolo van Micky Moody in
Lovehunter bijvoorbeeld put uit een andere traditie.
Dan schiet me bij de hoes een derde puberbezwaar te binnen: die hoed van Moody? Géén porem.
Via de autobio van Bernie Marsden kom ik alsnog hier terecht en hoofddeksels zijn geen belemmering meer. De constatering van Classic Rock Magazine en MuMensen
hierboven dat dit een klassiekertje is, is volledig terecht.
De eerste elpee bevat opnamen uit juni 1980. Blij ben ik met de rollen van toetsenist Jon Lord en drummer Ian Paice, terwijl de machtige stem van David Coverdale nog fier en onaangetast regeert. Hoezeer de groep is gegroeid valt me vooral op bij
Take Me with You dat de eerste plaat van de
2LP afsluit. Whitesnake, opgejaagd door Paices felle klappen, klinkt stukken hechter dan op de studioversie uit '78; gitaar- én toetsenwerk overtreffen die vervolgens enorm. De productie van Martin Birch laat horen dat hij meegroeide met de band.
Op de tweede elpee staan opnamen uit november 1978 met drummer Dave Dowle. Tot enkele jaren geleden onderschatte ik hem, maar op de EP + twee studio-elpees met hem hoorde ik wel degelijk fraaie details, zoals op basdrum. Deze opnamen bewijzen dat dat geen toeval was.
Minder leuk is dat nogmaals
Come On en
Ain't No Love zijn te horen, waar ik liever andere nummers had gehoord. Dan liever de versies op de eerste elpee laten vervangen door andere nummers, want de opnamen uit '78 vind ik nog sterker.
10'40" van Deep Purples
Mistreated is wat lang, maar Ritchie Blackmore deed hetzelfde met zijn Rainbow: de versie op
On Stage (1977) duurt zelfs twee minuten langer... Deze bezetting van Whitesnake slaagt er eveneens in het nummer naar climaxen te brengen met soms snelflitsende gitaarsolo. En hoor Dowles basdrum af en toe rollen!
Maar toch: kant 4 van deze
Live... in the Heart of the City is met eerst
Trouble en dan
Mistreated wel veel van het langzame spul. Kijk, daar komt toch het pubertje in mij weer boven!
Komend jaar wil ik eens goed het Whitesnake vanaf
1987 gaan herbeluisteren. De jaren dat Coverdale naar de top klom zonder dat hij daarvoor twee andere ex-Purplemannen nodig had; alleen dat al verdient een petje-af. Plus de jaren dat het (alweer) ging rommelen in de bezetting en continuïteit, waarbij ik echter altijd weer nieuwe juweeltjes tegenkwam.
Maar vandaag nog eens genoten van deze bluesfase van Whitesnake. Op een heel andere manier een hele goede groep, waarbij de wenende lange bluesnoten van Marsden en Moody dan eindelijk landen in mijn voormalige puberbrein.