Bryan Ferry zal altijd verbonden blijven aan Roxy Music en het herkenbare geluid van deze band. Vanaf de jaren zeventig brengt hij onder zijn eigen naam muziek uit, waarbij Avonmore inmiddels alweer zijn 14e album is. Op het album horen we opnieuw zijn kenmerkende geluid met steun van vele musici zoals Nile Rodgers, Johnny Marr en Mark Knopfler.
Loop de Li opent met een ritme dat directe verwijzingen naar het album Avalon niet kan tegenhouden. Bryan Ferry’s warme stem komt opzetten en brengt ons terug naar vroegere tijden. Beelden van Roxy Music schieten voorbij terwijl Ferry de liefde vastpakt om deze regelmatig los te laten. Je weet al lang hoe je ervoor staat maar je kan de gevoelens niet ontwijken, de lus der liefde herhaalt zich. De gitaren van Marr, Rodgers en ander gitaristen vloeien door elkaar heen. Op Midnight Train wordt de bron van gitaristen nog wat verder uitgediept en blijft de sounds kenmerkend doch krachtig. De vele geluiden vormen een samenhangend geheel terwijl de trein voort dendert. Bij Soldier of Fortune wordt binnen een enkel moment duidelijk wie de gitaar vast heeft. De kenmerkende geluiden van Mark Knopflers gitaar vullen de lucht terwijl Ferry poëtische teksten bezingt. De warme sound past perfect bij de stem van Bryan. Terwijl hij de wereld in zijn handen had gooit er één vrouw roet in het eten. Langzaamaan draait hij door en probeert hij zichzelf in de hand te houden.
I’m a prince of illusions
All spinning around in my brain
There’s a mockingbird calling
And this is what he’s saying
Girl stop rockin’
You’re driving me insane
I’m going out of my mind
And I won’t be back again
Driving Me Wild opent met een funky sound die zich in het nummer ontwikkeld tot een heerlijk samenzijn van verschillende muziekinstrumenten. De liefde voert je mee terwijl je hart steeds sneller klopt, je gedachten gaan nog maar naar één persoon. Toch glipt de liefde uiteindelijk uit je vingers terwijl je volledig doordraait. Nile Rodgers vult met zijn funky beat de muziek op perfecte manier waarbij de saxofoon er nog een schepje bovenop doet. Op A Special Kind Of Guy wordt deze muzikale omlijsting doorgetrokken met eenzelfde liefdesverhaal. Je vraagt om nog één kans, terwijl je weet dat je die waarschijnlijk niet meer krijgt. De intro van Avonmore doet enigszins denken aan Calling Elvis van Dire Straits. Een vast ritme vult het begin terwijl donkere wolken zich boven je samenpakken. Een oneindige liefde is wat je nodig hebt, maar je zult nooit meer verliefd worden. Gitaren voegen zich samen en het pakkende ritme verspreid zich in verschillende melodielijnen.
We’ll cling
Together
In the moonlight
Burning the river
Into gold
Count all the minutes
Then the hours
Until your heart turns cold
Op Lost horen we Mark op zijn gitaar aan het werk op een donkere melodie. Bryans stem heeft het af en toe wat moeilijk om de hoge tonen te behalen. De muziek ontwikkeld zich niet tot grote hoogtes maar blijft met ontspannen klanken aan de grond. Op One Night Stand vliegen alle klanken opnieuw door elkaar met een gepaste samenhang. De herhalende zang en instrumentatie maken het nummer tot een tropisch klinkend geheel met een lichte spanningsboog. Send In The Clowns is een nummer van Stephen Sondheim dat Bryan op zijn eigen manier bezingt. Uiteraard met zijn kenmerkende sound aangevuld met de piano en verschillende blazers. Niet al te opvallend, maar bij vlagen wel experimenteel. Het hoogtepunt van het album bewaard Bryan voor het laatst. Samen met Todd Terje covert hij hier Johnny and Mary van Robert Palmer. Op een indringende wijze komen de openingsklanken bij je binnen. Todd tovert donkere tonen uit de synths waarop Bryan op fluisterende toon de teksten bezingt. Beats komen opzetten en elk moment voegen zich nieuwe deuntjes toe in het nummer. Bijna 7 minuten wordt je beetgepakt om daarna weer vrijgelaten te worden uit de houtgreep.
Bryan klinkt op Avonmore weer als vanouds, met zijn warme stem weet hij je nog steeds vast te grijpen in zijn liefdesverhalen. Dat zijn stem niet alles meer aankan wordt hier en daar wel duidelijk, maar dat doet niks af aan het eindresultaat. Muzikaal wordt hij ondersteunt door een sterk gezelschap. Melodieën vloeien in elkaar over en gitaren geven de nummers hun vorm. Het coveren van songs op zijn eigen wijze blijkt ook op Avonmore weer het hoogtepunt van het geheel. Daarmee is het één van zijn sterkste albums uit zijn omvangrijke solocarrière.
4*
Afkomstig van
Platendraaier.