Waar de Sparks voorheen zes jaar lieten vallen tussen twee reguliere albums werd Lil’ Beethoven het 19e Sparks album al twee jaar na Balls gereleased.
De broers waren volledig klaar met Euro- dancepop, Drum ’n Bass en andere muzikale modegrillen en hebben zich eens stevig achter de oren gekrabd om vervolgens terug te komen met dat waarin ze het beste zijn, originele muziek, songs met ingewikkelde structuren die met geen enkele groep te vergelijken zijn.
De internationale muziek critici struikelden over elkaar heen om met superlatieven dit album te recenseren. En het moet gezegd het is/was op da tmoment hun Piece de Resistence.
Ik moest er zelf wel stevig aan wennen, niet dat ik het matig vond maar zelfs als goed doorgevoerde Sparks follower koste het mij de nodige luisterbeurten om de enorme schoonheid van dit werkstuk ten volle tot mij door te laten dringen.
Maar toen dat eenmaal zover was, werd het ieder keer optimaal genieten.
En tot aan de dag van vandaag hoor ik iedere keer nieuwe elementen, zeker wanneer ik het door de ear pods hoor. Ik durf na verschijnen van dit album te beweren dat de broers (en dan met name Ron Meal) zich echt tot de grootste componisten in de moderne muziekwereld mag rekenen naar mijn bescheiden mening.
Dan het gebodene op dit bijzondere album: het is een serie songs die het vooral moeten hebben van de over elkaar gestapelde stemmen, koorwerkjes met de stemmen veelvuldig door elkaar gevlochten, dit alles op prachtige klassieke muzikale arrangementen met vooral strijkers, piano en hier en daar blazers (zoals in I Married Myself wat een aparte nachtclub sfeer oplevert.) en dan die tekst: I’m very happy together….. hoe gek wil je het hebben…
Het begint subtiel met de The Rythm Thief, niet enkel diverse koorwerkjes, maar ook diverse maneieren van zingen, sereen, gedreven, stuwend, swingend of juist heel rustig. En dit alles wisselt in elk nummer. In deze opener zijn diverse refreinen te herleiden met een prachtig gejaagd stijkers ensemble aangevuld met koperwerk.
Een uitermate knappe song.
How do I Get To Carnegie Hall, Russell met een van zijn vreemde stemmetjes opent op een hoekige en gedreven piano van Ron. Koor: Practice man, Practice…..
Het refrein is ook weer betoverend….
Zo heeft ieder nummer toch weer diverse hoeken en angles, vreemde voice decoder geluiden. Ride Em Cowboy, met ene zekere gejaagdheid die weer wordt ondersteund door klavecimbel geluiden. Ook hier weer reteknappe koortjes die ook vervreemdend werken.
My Baby’s taking me home, ook weer zo een bizar nummer, de stemmen vormen hier bijna al de instrumenten in het begin. Een hypnotiserende eerwurm.
Your call is very important to us, alleen de idiote titel al is geweldig. Maar ook het draaien pianoloopje, en het marketing koortje en de nabootsing van telefoon gesprekken is uniek.
Ugly Guys with Beautiful Girls, begint kalm klassiek en rustig, tot een stevige gitaar en rock stem de boel even komt opschudden…het meest elektronische en uptempo nummer van het album. Russell verteld over een stevig arrangement heen.
Suburban Homeboy, brengt de plaatselijke fanfare even voor het voetlicht, een beetje cabaret achtige song…het begint eenvoudig maar beschikt over een heel ingenieuze songstructuur. Hier heeft Ron ook heel wat uurtjes componeerwerk in zitten.
Dit album beste mensen is niets meer of minder dan een Masterpiece!
Een evergreen dat ook na jaren nog geheimen prijsgeeft.
Het was de start van een nieuwe Sparks periode waarin er nog veel prachtige albums volgden met knetter geraffineerde en fantastische songs.
Go Get It.