Jazz op steroïden, overdonderend, meeslepend, gewaagd, monumentaal, en ga zo maar verder... Maar voornamelijk: perfect uitgevoerd, daar gaat het uiteindelijk om.
Don Cherry en Gato Barbieri staan tezamen altijd garant voor vuurwerk, als je dat gouden duo dan onder begeleiding plaatst van een groot en gedreven orkest: eigenlijk is dat gewoon de kat bij de melk zetten. Het resultaat blaast voor zich. Larry Coryell en Roswell Rudd ken ik minder goed, maar ook hun tragere nummers zijn eigenlijk absolute parels. Geen stormwinden deze keer, maar krachtige bliksemschichten; stukken met een bijzonder apocalyptisch karakter - wanneer Rudd bv. rond de zevende minuut in die leegte een paar krachtige kreten laat horen: bril-jant is dat! Pharoah Sanders nam de preview voor zijn rekening en misschien was dat maar goed ook, want wat hij laat horen in die drie minuten tart zowaar de verbeelding - intensiteit 2.0. Hoe lang houd je zoiets vol op tenoxsaxofoon (of gelijk wel blaasinstrument)? Ik weet het niet, maar het heeft iets weg van aan volle snelheid doorsprinten tot je erbij neervalt.
Alsof dat allemaal nog niet indrukwekkend genoeg was - is er natuurlijk nog de faustiaanse prestatie van Cecil Taylor. Daar kan ik met de beste wil van de wereld niet de juiste woorden aan opdragen; de meest virtuoze jazzprestatie die ik ken? Het zou zomaar kunnen.
Hoe meer elementen je toevoegt, hoe moeilijker de balansoefening wordt. Hier wordt op bewonderenswaardige wijze rijkelijk over de limiet gegaan. Dit is niet 'kijk eens wat wij allemaal durven', maar 'luister eens wat wij allemaal kunnen'. Het resultaat mag zeker gehoord worden