Een paar dagen geleden concludeerde ik dat deze toch even wat minder was dan Steve McQueen. Nu ik vandaag beide heb geluisterd, concludeer ik toch maar het tegenovergestelde. Jordan: the Comeback verdient die felbegeerde (?) plaats in mijn toptien. U vraagt waarom?
Dat is nog niet zo makkelijk uit te leggen. Prefab Sprout op zijn best, zo ben ik de laatste tijd wel achter gekomen, klinkt eigenlijk heel erg gelikt. Bijna tegen het verschrikkelijk foute aan. Werkelijk pannenkoekenschenksuikerstroopmierzoet. Maar ach, wie houdt er niet van pannenkoeken of suikerspinnen. Prefab Sprout luisteren is als enorm lekker vies snoepen. Nu ben ik een echte zoetekauw, maar... je kunt je er ook misselijk aan eten natuurlijk. Dat is me dan toch met Prefab Sprout voorlopig nog niet gebeurd
.
Waarom is Prefab Sprout dan zo lekker zoet (vies zoet kan natuurlijk ook, voorbeelden te over!)??? Welnu, dat is omdat ze toch even op een vernuftige manier liedjes in elkaar hebben gedraaid. Bij zoet denken velen aan grauwe middelmaat, aan Mariah Careyachtig, kwijleballerig gejodel. Neen. Prefab Sprout wijkt vaak net even af van het voorspelbare, van de kant dat je denkt dat de melodie op zal lopen. Op een of andere manier moet je deze plaat daardoor toch eerst een paar keer proeven, voordat ie echt in de smaak valt.
De beloning is dan groot: prachtige popliedjes, verpakt in een soort van conceptalbum met een aangenaam soulsausje (Reijersen
). Looking for Atlantis is leuk, maar eerlijk is eerlijk, meer nog niet. Wild Horses is zo'n nummer dat op het randje van heel fout balanceert (een beetje te vergelijken met When Love Breaks Down van Steve McQueen). We kabbelen relaxed (als dit album iets is, is het wel relaxed) naar de kermis van Carnaval 2000. Daar begint het absolute hoogtepunt van Jordan: the Comeback. Het titelnummer is niet misselijk, maar dan...
Het tweeluik Jesse James Symphony en Jesse James Bolero. Magistraal! Symphony is de prachtige, muzikaal nog vrij uitgeklede opmaat naar Bolero. Dit is, ik verval toch in de hierboven door Edwin genoemde term, het ultieme popnummer. Een tikje pretentieus, mierzoet dus, maar toch gedurfd. En misschien wel de mooiste melodielijn die ik ken. Bolero dan... die lage, korte blazer steeds
(is het een tuba? Geen verstand van...). En dan zo'n kerkkoor- of klokgeluidje af en toe. En het blijft toch zo licht, zo (ik ga nu in vrouwenwoorden vervallen... het blijkt echt erg met mij gesteld) schattig...
En dan de rest van deze plaat... het kan niet meer stuk natuurlijk. De ene na de andere popparel, waarbij alle nummers zo op hun plaats vallen dat ze samen zo'n vanzelfsprekend geheel vormen. Het is allemaal zo achterlijk achteloos. Het doet zo allemaal zo simpel aan, dat de plaat weinig diepgang lijkt te kennen bij eerste beluistering. Gooi hem er nog eens in, en de ambachtelijkheid spat er ineens af. Voor mij is dit de muzikale vertolking van een voorleesverhaaltje van Annie M.G. Schmidt. Het lijkt zo simpel, maar kom er maar op.