Precies een jaar geleden schreef ik mijn eerste bijdrage voor MuMe. Dat mede uit ergernis over de stilte rond
Dark Matters, de nieuwe van The Stranglers die veel beter was dan daar werd gesuggereerd. Het leek me passend om op deze eerste verjaardag van mijn MuMe-tijd te schrijven over de Stranglersplaat waar ik inmiddels aan toe ben.
Net als generatiegenoten The Cure en New Order waren The Stranglers naar een meer popgerichte, synthesizergekleurde stijl gegroeid met minder ruimte voor gitaar. Het succes van onder meer The Human League was niet onopgemerkt gebleven. De twee hitsingles van
Aural Sculpture hebben zelfs de 'four-to-the-floor-beat'. Bij hun concert in Zwolle in 2014 hoorde ik hen één van deze hits aankondigen met de woorden 'Disco time!', waarna Burnel en Warne grinnikend enkele kekke danspasjes deden.
Skin Deep (in de Nationale Hitparade #21 in december 1984) en
No Mercy (#33 in februari 1985) waren internationale hits, vergelijkbaar met de disco-uitstapjes die eerder bij new wavers Blondie tot grote successen leidden. Het was de eerste van The Stranglers die meteen tevens
op compact disc verscheen.
Ik was en ben geen groot liefhebber van deze popfase van De Wurgers; desondanks staan er op het in Brussel opgenomen
Aural Sculpture hele aardige popliedjes. Opener
Ice Queen bijvoorbeeld bevat lekkere toetsenpartijen, al houd ik moeite met de blazers die halverwege bijspringen. Op
Let me Down Easy klinkt wederom een discobeat, maar het lied is ingetogener dan de twee hits.
North Winds Blowing (een verwijzing naar het koude Trafalgar Square op de voorzijde van de hoes?) is een aardig slot van de A-zijde.
Naar de B-kant. In
Uptown klinkt in de zanglijn van het refrein iets van het oude venijn door. Op het uitgelaten
Punch & Judy zijn weer blazers te horen,
Spain bevat een jazzachtige toetsenpartij en de spreekstem van een Spaanstalige dame. Met de drie laatste nummers haak ik echter af, iets met het ene oor in en het andere uit - sorry, te makkelijk deze woordgrap...
In 2001 en 2019 werd het album dankzij de bonustracks interessanter; hierboven vertellen anderen daar meer over. Over de achtergronden vertelt bassist Jean-Jacques Burnel meer
op de bandsite.
Weliswaar te licht en behoudend voor mijn smaak, maar liefhebbers van kwaliteitspop geven vast meer punten dan ik. Het vorig jaar verschenen
Dark Matters is echter spannender en bevat sterkere popsongs.
Aural Sculpture was daarentegen de juiste plaat op de juiste tijd, waarmee ze het onverwachte succes van
Golden Brown van een dikke twee jaar eerder een degelijk vervolg gaven en een nieuwe generatie fans bereikten.