Vlieg door de muziekwereld van Benjamin Clementine
Benjamin Clementine neemt je op I Tell A Fly mee op reis door een zelfgecreëerde muziekwereld. In deze wereld valt hoofdzakelijk popmuziek te bewonderen, maar ervaar je ook geregeld klassieke muziek. In de wereld van Clementine lijken componisten uit de 19e eeuw hand in hand te lopen met popiconen als Queen en David Bowie.
Naar eigen zeggen vertelt I Tell A Fly, het tweede studioalbum van Benjamin Clementine, het verhaal van twee vliegen op ontdekkingsreis, met Clementine als verteller. De vliegen stellen tegelijkertijd ronddwalende aliens voor, zoals Clementine zich ook voelde tijdens zijn vele reizen, de afgelopen jaren. Als luisteraar ervaar je deze reis vooral als een enerverende trip, die zich een weg baant door een afwisselend landschap van popmuziek en klassieke muziek.
Twee jaar na Clementine’s debuutalbum At Least For Now, waarmee hij in 2015 de Mercury Prize in de wacht sleepte, legt de Engelsman met Ghanese roots een veel experimenteler geluid in zijn nieuwste creatie. Zo combineert hij popmuziek, klassieke muziek, elektronische elementen en horen we ook Afro-Amerikaanse invloeden, terwijl de klavecimbel als rode draad door het album loopt: niet bepaald een standaardformule.
Dat I Tell A Fly geen standaard popalbum is blijkt meteen uit het openingsnummer: nadat ruim een halve minuut een vaag geluid van synthesizers en stemmen hebben geklonken, lijkt Farewell Sonata daadwerkelijk te ontaarden in een sonate. Echter, doemt even verderop een lieddeel op dat begint met iets wat lijkt op een elektronisch draaiorgelgeluid in combinatie met een door Queen-geïnspireerde progressie. Vervolgens laat Clementine het nummer weer eindigen in het sonate-achtige thema.
De 28-jarige Clementine lijkt zich naast Queen door vele andere artiesten, genres en stukken te hebben geïnspireerd. Zo speelt hij in God Save The Jungle met de melodie (en natuurlijk de titel) van het Britse volkslied, doet het klassieke einde van het experimentele Better Sorry Than A Safe denken aan Leonard Cohens On The Level en horen we aan het eind van Paris Cor Blimey een stukje van Claude Debussy’s Clair de Lune. In Quintesssence lijkt Clementine in de pianopartij te verwijzen naar een andere 19e-eeuwse componist, Franz Liszt, terwijl in de melodie de vergelijking valt te maken met een nummer van de beroemdste crooner ooit, Frank Sinatra. Het nummer opent op de piano op een manier die doet denken aan Liebestraum No.3 en Un Sospiro, twee bekendere stukken van de Hongaarse pianovirtuoos, terwijl Clementine zingend een melodie brengt die veel lijkt op die van My Way van Sinatra (oorspronkelijk gecomponeerd door Jacques Revaux). One Awkward Fish, die begint met een prominente rol voor klavecimbel, lijkt hevig geïnspireerd door David Bowies zwanenzang Blackstar (album) en een klein scheutje Afro-Amerikaanse invloeden zijn hoorbaar op de nummers Phantom Of Aleppoville en Ave Dreamer.
Toch staan er op dit album niet alleen maar experimentele nummers waarbij verschillende muziekstijlen gecombineerd worden. Voor een meer conventioneel geluid kun je de nummers Jupiter en By The Ports Of Europe beluisteren. Laatstgenoemde grijpt het meeste terug naar de stijl van Clementine’s debuutalbum en bestaat uit een duidelijke ‘ABAB-structuur’. Enkel de bridge is wat minder conventioneel. Eenzelfde structuur, maar dan zonder bridge, hoor je op Jupiter, dat de meeste kans lijkt te maken op een hitnotering.
I Tell A Fly is een verhaal van vliegen en aliens. Van pop en klassiek. Van klavecimbel en synthesizer. Een muzikale, veelzijdige reis vol verassing en experiment, maar af en toe ook van herkenning. Luister naar de stem van Benjamin Clementine, vlieg mee met de vliegen en voel je soms een ronddwalende alien. Des te prettiger is het als de reis weer langs herkenbare paden voert, op weg naar de volgende verassing.