Opgenomen in de tourbezetting ter promotie van voorganger
Old New Ballads Blues met toetsenist Vic Martin, bassist Pete Rees en drummer Brian Downey; de laatste net als Gary Moore voormalig lid van Thin Lizzy, al kenden ze elkaar al uit 1966 toen Downey in Belfast speelde met de groep Sugar Shack.
Albumtitel
Close as You Get is een verwijzing naar het vooroordeel dat
“somebody with a wrong colour or from a wrong place” geen
“real blues” kan spelen. Binnen de krappe grenzen van het genre klinken frisse geluiden, bovendien gepaard met sterke composities.
Wie hier slechts oppervlakkig naar luistert, zal het afschrijven als ‘meer van hetzelfde’. Tijd voor een bezoek aan de audicien luidt mijn nederige advies.
Al bij het eerste nummer
If the Devil Made Whiskey klinkt namelijk een rafelig, bijna krasserig gitaargeluid. Volgens de biografie van Harry Shapiro gebruikte de gitarist een oude Telecaster die hij in D stemde. Op een aparte manier geeft het een rauw effect, anders dan Moore voorheen klonk. Bovendien gebruikt hij op deze plaat geen pedalen (!) en werd de plaat bijna geheel live in de studio opgenomen.
Vervolgens valt bij het derde nummer
Thirty Days op dat niet een blues- maar een rock 'n' rollklassieker (Chuck Berry) wordt gecoverd, bovendien lekker vinnig gespeeld.
Dat in het afsluitende
Sundown slechts zang en een akoestische stalen Gretschgitaar worden gebruikt is eveneens iets wat Moore nooit eerder deed.
Meer verschillen? Voor het eerst mondharmonicabijdragen en wel van Mark Feltham, welke met Moore jamde in een café toen bij de opnamen van Moores vorige album de studio plat lag door een stroomstoring. Feltham ronkt en huilt op shufflestamper
Hard Times en
Checkin' up on My Baby.
Of wat te denken van de voor Moore ongewone solo in
Thirty Days? Bovendien is eigen compositie
I Had a Dream eigenlijk geen blues maar soul, anders dan op vorige albums zonder blazers. Prachtig gevoelig gezongen en gespeeld in wiegende 6/8-maat.
Het laatste wat is veranderd in Moores blues ten opzichte van de jaren '90 is dat hij geleidelijk soberder ging soleren en zelfs stiltes liet vallen. Op dit album geëtaleerd in de ingetogen nummers
Trouble at Home,
Have You Heard,
Evenin’ met zijn jazzakkoorden,
Nowhere Fast en
I Had a Dream.
Dit in contrast met muziek waar de zweetdruppels vanaf spatten, zoals
Hard Times,
Eyesight to the Blind en
Checkin' up on My Baby, dat een heerlijk opgebouwde gitaarsolo bevat.
Naast vier eigen sterke nummers, zoals het openingsnummer met zijn ronkende bottlenecksolo, klinken covers als
Eyesight to the Blind van Sonny Blind Williamson,
Have You Heard van de John Mayall Group met de enige gitaaroverdub van het album,
Sundown van Son House en het door Downey aangedragen
Evenin’ van Jimmy Witherspoon. De drummer speelde het in 1968 met Sugar Shack; Moore herkende het meteen uit zijn eerste jaar in Dublin, waar hij het als zestienjarige new kid in town door Downey & co hoorde spelen.
De band tourde van maart tot en met november 2007 door Europa, inclusief Oekraïne en Rusland, in oktober onderbroken voor een optreden voor de dvd/cd
Blues for Jimi met drummer Darrin Mooney en bassist Dave Bronze en voormalige leden van de Experience Mitch Mitchell en Billy Cox.
Onderweg jamde hij allerlei nummers. Van Sex Pistols tot Rage Against the Machine, of heftiger: Metallica en System of a Down. Toetsenist Vic Martin maakte mee dat Jan Akkerman backstage te gast was en door Moore werd getrakteerd op een perfecte vertolking van diens
Sylvia.
Vervolgens werd van april tot juli 2008 opnieuw getourd, waarna hij de studio indook voor
Bad for You Baby.
Meer over het sterke
Close as You Get valt te leren van
dit interview met Gary Moore zelf én natuurlijk van die meer dan voortreffelijke
biografie!