Een cruciaal album in mijn persoonlijke muziekhistorie. Vanaf '76 moet ik
Maggie May via de radio hebben ontdekt en toen de tijd daar was dat ik de elpee kon lenen uit de bieb, zo'n vijf jaar later, deed ik dat.
De plaat was de eerste elpee van Stewart die ik draaide en vormde mijn eerste uitgebreide kennismaking met folk(rock); dit naast alle stevige en alternatieve muziekvormen die in diezelfde jaren mijn hart veroverden. Stewart en kompanen maken hier prachtige, tijdloze muziek, ook al hoor je duidelijk dat dit in de jaren '70 werd opgenomen, kort nadat stereo gangbaar werd. Hiervan wordt optimaal gebruik gemaakt met bijvoorbeeld drums in het rechterkanaal en de piano links. Hierdoor ontstaat de suggestie dat je met de band in één ruimte zit; neem er een biertje bij en je waant je in een knusse kroeg.
Voor wie Stewart met gladde muziek associeert: die sound is op
Every Picture Tells a Story nog ver, vér weg. De plaat is grotendeels akoestisch; hier en daar duikt weliswaar een elektrische gitaar op, maar hetzelfde geldt voor mandoline, viool en een bescheiden hammondorgeltje. Stewarts schuurpapieren stem (een cliché, ik weet het, maar een betere omschrijving ken ik niet) profiteert hier optimaal van.
De latere Rolling Stone Ron Wood vergezelt hem (dat beiden in The Faces zaten was iets van ver vóór mijn tijd, mij dus onbekend), maar het meest onder de indruk raakte ik van de akoestische gitarist Martin Quittenton. Diens instrumentaaltje
Henry, dat aan
Maggie May vooraf gaat als aftrap van de B-kant, deed en doet mijn hart smelten.
Alle liedjes zijn heerlijk; of het nu covers zijn of eigen composities, ze vormen één geheel. Een amalgaam van prachtige melodieën en stijlen, van folk via blues naar rock en weer terug, warm en vol bezieling gespeeld. Absolute favoriet werd
Mandolin Wind, maar toen ik de plaat vandaag weer eens draaide (op het werk als streaming, thuis op cd), werd wederom duidelijk hoe goed de rest is gebleven. Dat Mick Waller een lekker moppie drumt en hier en daar los mag gaan, verhoogt de afwisseling alleen maar. En laat ik de backingvocals (nou ja, backing...) van Maggie Bell op de titelsong niet vergeten, wat een heerlijke song om mee te openen is dit toch!
Tegenwoordig houd ik van folk in vele vormen, van de eerste albums van het Vlaamse Laïs tot de Zwitserse folkmetalheads van Eluveitie, van de Engelse singer-songwriter Nick Drake tot het Nederlandse zware metaal van Heidevolk. De lijst aan namen is veel langer uiteraard; dat alles dankzij deze plaat. Ik moet 'm maar eens op elpee gaan kopen, de hoes alleen al (
de achterzijde!) is een kunstwerkje op zich.