Er zat ruim vijf jaar tussen de voorganger Bete Noire en deze plaat. In de tussentijd had Ferry nauwelijks iets uitgebracht, met uitzondering van enkele nieuwe tracks voor een
Greatest hits-album. Op die verzamelaar stond al een versie van He'll have to go, voor mij een indicatie van welke richting het uitging. Al had ik een compleet covers-album niet zien aankomen.
Ik las ergens dat hij een paar vervelende jaren achter de rug had en zich wilde toeleggen op iets dat hij snel kon afronden. En hij wilde vooral weer zingen, en niet zozeer songs schrijven.
En dus deed hij een greep in de covers-trommel, met repertoire dat uit de meest uiteenlopende hoeken en gaten afkomstig is. Ferry probeert hier vooral een stemming neer te zetten van gemijmer over verloren liefdes. Maar de muzikale setting is toch net iets anders. Het 'otherworldly' keyboardwerk is al genoemd, maar je kunt ook horen dat Ferry's stem ook een geluidstechnische behandeling heeft ondergaan (meer echo) die bijdraagt aan de ietwat vervreemdende sfeer. Al die uiteenlopende covers zet hij echter wel naar zijn hand en als je niet beter wist, zou het lekker wegluisteren als een consistent album met een eenduidige sfeer. Al kabbelt het wel iets teveel voort zonder echte uitschieters.
Dit album leverde hem in de UK alsnog drie hits op: I put a spell on you (niet van CCR, maar oorspronkelijk van Screamin' Jay Hawkins), Will you still love me tomorrow en Girl of my best friend. Het album zelf reikte tot de tweede plaats van de Britse album-charts en was daarmee aanmerkelijk succesvoller dan bij ons of elders in de wereld.
Mijn sterretjes gaan naar 'Spell' en het licht reggae-achtige titelnummer, dat ik zeer geslaagd vind. Een nummer van de mij verder onbekende soulzanger J. Blackfoot, dat in '84 een bescheiden hit werd, maar klinkt alsof het in de jaren zeventig is opgenomen. Het nogal afwijkende origineel vind ik nog beter (ik kocht ooit het
singletje, dat ik nog altijd heb), maar deze versie past prima in de setting van dit album.