Voor de Wu-Tang Clan was de uitdaging om na het dubbelalbum Wu-Tang Forever, en vooral na de overwegend teleurstellende tweede wave solo releases, met een (kort en) krachtig statement te komen, een groepsalbum dat zou bewijzen dat de Clan op volle sterkte met alle MC’s, en mét volledige RZA productie, nog steeds op de toppen van haar kunnen was.
De voortekenen in het nieuwe millennium leken goed. Ghostface had net het geweldige Supreme Clientele uitgebracht. RZA had de verrassend sterke score en de soundtrack voor Ghost Dog gedaan.
Op The W produceerde RZA alle tracks, op één Mathematics beat na.
En over het algemeen kun je stellen dat die grimey basement stijl van 36 Chambers weer een beetje terug is. Niet dat hele stoffige, lo-fi demo achtige van 36 Chambers, maar RZA gebruikt hier weer veel samples, en de sound is donker en hard. De MC’s zijn hier inderdaad nog steeds allemaal in hun prime. Op het eerste gehoor springt Ghostface, de toenmalige “redder” van de Wu, er het meest uit. Maar ook Raekwon is gedurende het hele album briljant op dreef.
Hoe zijn de songs?
Het zijn er maar dertien (plus een paar hidden tracks), en dat laat weinig ruimte voor missers. En die zijn er wel, meerdere, helaas.
Hier was Gravel Pit de commerciele single, en hoewel het geen heel slecht nummer is, vind ik het pijnlijk om te zien dat de Wu-Tang Clan kennelijk zo’n uptempo hitsingle nodig dacht te hebben (in de stijl van Cherchez LaGhost?). Ik vind het in ieder geval nog steeds corny. Daarnaast is ook Do You Really een overduidelijke poging tot een catchy banger, met een ubersimpel en zogenaamd catchy refreintje en een gepolijste Mathematics beat. Dit was bij uitstek de tijd dat alle artiesten een “Tunnel banger” wilden hebben, een hit in de beruchte en toonaangevende New Yorkse hip hop club (denk aan Ante Up, Simon Says, Keep It Thoro, dat werk.) Deze is lekker, maar had beter gepast op een willekeurige soundtrack. Hier tussen de donkere RZA beats recht uit de Afrikaanse jungle vind ik hem misstaan.
De duidelijkste mispeer is de enige bijdrage van de ODB, Conditioner, een slaperig niemendalletje met Snoop Dogg (die op dat moment, in het jaar na Dre’s Chronic 2001 album, natuurlijk hot was). Als je hem aan laat staan, volgt de eerste hidden track van het album, die zeker wel de moeite waard is, GZA spit hier een aggressieve freestyle over dezelfde dreunende sample die later terugkomt in Let My Niggas Live.
Ook vreemd: op zo’n kort Wu album een hele solo track aan nota bene Masta Killa geven. Over een net niet lekker lopende beat, nota bene gesampled van de oerversie van het James Bond theme, met als refrein een remake van Junior Reid’s reggae hit “One Blood”.
Verder vallen de twee emotionele Ghostface/RZA duetten op, I Can’t Go To Sleep en Jah World. Naar mijn smaak lijken ze teveel op elkaar, en verliezen daardoor aan kracht. Ook vind ik het jammer dat het gewoon een soort remake van Isaac Hayes’ Walk On By is, incl. een gastbijdrage van Isaac Hayes zelf, in plaats van een goed gevonden sample. Hetzelfde soort remake zouden ze twee albums later doen van While My Guitar Gently Weeps van The Beatles, incl. bijdrage van Harrison junior, als ik het mij goed herinner. Ook niet mijn favoriet overigens.
Alles bij elkaar is het album dus een vreemd, onevenwichtig allegaartje, helaas.
Voor velen genoeg reden reden om het album als zodanig af te schrijven.
Daarmee ga ik echter voorbij aan wat het album mij wél te bieden heeft, namelijk een aantal heerlijk rauwe tracks van de beste hip hop groep allertijden, die voor de laatste keer als een eenheid op echt hoog niveau opereert.
Ik heb de cd bij het importeren in mijn itunes hier en daar wat opgeknipt: van Conditioner bleef alleen GZA’s freestyle, van Do You Really alleen de interlude op het einde: The W, met een kort rappende RZA. Van Jah World hield ik alleen het tweede deel, hidden track “Clap” over.
I Can’t To Sleep (incl. de intro aan het einde van Let My Niggas Live), One Blood Under W en Gravel Pit sneuvelden ook. Chamber Music en intro Shaolin Finger Jab werden twee aparte tracks. Dan hou je opeens een ijzersterk, uniform en gefocust Wu-Tang Clan album van 11 ‘tracks’ over. Dit was een paar weken geleden (ik zit weer in mijn Wu fase) en ik blijf dit album – in deze vorm – maar draaien. Ik heb hem ook gebrand voor in de auto.
De verdeling van de tijd op de mic is na bovenstaande edit eigenlijk ook precies zoals je zou willen, de beste MC’s (Rae, Ghost, GZA, Deck, Meth) spitten het leeuwendeel van alle verses, aangevuld met gelijkgestemde grootheden/vrienden Redman, Nas en Busta Rhymes met één feature elk.
De productie van RZA is weer heel anders dan op Forever, met meer variatie in de drums, en het is allemaal wat korter en puntiger. Zoals elke Wu solo tussen 1993 en 1997 ook weer een totaal andere sfeer had, en dat was natuurlijk ook juist het gave ervan.
Vergelijk de beats van Let My Niggas Live en de GZA freestyle (beiden gebaseerd op dezelfde sample van Roy Budd’s The Thief). Check de ingenieus op elkaar gestapelde samples op The Monument, van Black Heat’s The jungle en General confessional van The Electric Prunes (welke laatste je zou moeten herkennen van o.a. Niggaz know van The Beatnuts) en luister Careful op je system op goed volume. De subtiele blazers uit Funky Way van Rufus Thomas die daar alleen aan het begin en aan het einde even langs komen.
De als poedersuiker gesprinkelde hi hats op Chamber Music, met een flard filmmuziek uit kung fu klassieker Iron Monkey als basis van de melodie.
Luister naar hoe RZA dezelfde sample gebruikt in Clap die je later terughoort bij J Dilla (Stop, van Donuts). Check de legendarische aflevering van BET’s Rap City op Youtube waar Raekwon half zittend, half staand op een toilet dezelfde Clap beat aan flarden rapt, terwijl Ghost hem onophoudelijk aan het hypen en het dappen is. Of de aflevering waar Ghost, met de swag levels op stand maximaal, een stukje van de Hollow Bones verse spit, op halve snelheid, met telkens een regel pauze er tussenin (…and I heard you keep a banging hammer…)
De Wu-Tang Clan is inmiddels, exact 25 jaar na hun debuut, een soort hip hop Rolling Stones: een verzameling oude mannen die stug door blijft gaan met optreden en muziek maken. De hoogtijdagen waren 1993-1997, maar in 2000 waren ze als groep nog één keer écht goed: dit albums heeft niet de classics, maar ik vind het stiekem een van de lekkerste.