De vijf Canadezen van Martha and The Muffins zien eruit zoals mijn klasgenoten én ikzelf in dat jaar:
keurige kapsels en kleertjes. Tegelijkertijd klinkt op hun in The Manor nabij het Engelse Oxford opgenomen debuut vooral vlotte new wave met dansende baslijntjes, soms felle gitaarpartijen (
Paint By Number Heart), saxspel op de wijze van Roxy Music (getuige
Indecision en
Cheesies and Gum) én de zang van maar liefst twéé Martha's: Martha Ladly en Martha Johnson. Door de elektrische piano en de vocalen moet ik soms aan
Curved Air denken, de artrockgroep van begin jaren '70.
Metro Music had enkele draaibeurten nodig voordat de muziek landde. Het is vooral uptempo, waardoor de nummers in eerste instantie te eenvormig leken en weinig kwam bovendrijven. Het album bevat eigenlijk maar één langzamer nummer, te weten halverwege kant 2 met
Sinking Land.
Dat beeld veranderde tijdens een autorit, zoals ik wel vaker beleef. Diverse fraaie details bleken zich te hebben verstopt. Daarbij dus véél energie en nog dansbaar ook.
De teksten zijn leuk, zoals die van de hit
Echo Beach, over een saaie kantoorbaan en het verlangen om de zonsondergang aan het strand te zien. Het liedje haalde in mei 1980 de NOS/NCRV-tipparade, maar had meer verdiend: in het VK in maart
#10 en voor Metro Music diezelfde maand
#34.
Anno 2025 blijkt
Metro Music een persoonlijk groeiplaatje, dat ik maar eens op vinyl moet tegenkomen. Al in september datzelfde jaar brachten Martha and The Muffins hun
tweede album uit, dat evenwel niet het succes van het debuut haalde. De opvolgers daarvan slaagden er net zo min in dat succes te benaderen.
Mijn reis door de new wave van mei 1980 kwam van
Blondie en non-albumsingle
Call Me; vervolg bij de derde van
Squeeze.