Warmbloedige dEUS
Het is merkwaardig, maar twee liedjes op de nieuwe dEUS-plaat
Pocket revolution klinken als die van JJ Cale. Net zo laid-back en ook de zang doet op deze liedjes (
What we talk about (When we talk about love) en
The real sugar) denken aan deze relaxte zanger. Het is tekenend voor de afwisseling op dit dEUS-album dat deze liedjes gecombineerd worden met echte knallers.
Alle muziekbladen en –sites hebben allemaal al beschreven dat de bevalling van deze CD moeizaam is geweest. Die duurde zes jaar en de bezetting van de band was ten tijde van de eerste opnames compleet anders dan bij de voltooing. Eén ding is zeker: het heeft een prachtig album opgeleverd. En ik vind ‘m ook erg goed klinken, productietechnisch gezien. Ik heb daar niet zo’n verstand van, maar bij deze plaat valt me wel op, dat de liedjes met zorg een aandacht zijn opgenomen. Zanger Tom Barman heeft dan ook allerlei mensen aangetrokken om mee te werken om zo van alle liedjes een zo mooi mogelijke versie op de schijf te krijgen.
Het album is veel minder springerig dan bijvoorbeeld
In a bar, under the sea uit 1996. Je zou het jammer kunnen vinden dat er minder geëxperimenteerd wordt en minder gefreakt, maar een band als dEUS mag ook wel eens ergens arriveren en de experimenten bewaren voor de oefenruimtes en de beste versie op plaat zetten. Dat lijkt nu gebeurd te zijn.
Toch zijn er nog wel degelijk liedjes waarin dEUS lekker uit de band springt. Zo is
Sun Ra een heerlijk onstuimig nummer dat een beetje doet denken aan
The roses van
In a bar, under the sea. In een tergend tempo bouwt de band het liedje op om na pas na anderhalve minuut de heerlijk jengelende gitaar in te zetten. Als het volume is opengetrokken en de stoom er vanaf slaat, neemt dEUS forse gas terug en begint de opbouw als het ware opnieuw onder zachte zang van Barman. Telkens komt het liedje terug in het stuwende ritme en zwelt de muziek weer aan.
Iets dergelijke gebeurt op opener
Bad timing dat een van de beste liedjes van de CD is, wat mij betreft. Er worden zeven heerlijke minuten uitgetrokken om een doordenderend en dreinend thema op te bouwen tot een geweldige climax. Dan is dEUS op zijn best. Tenminste, de dEUS zoals ik die tot voor kort kende. Want ik heb ook een andere dEUS ontdekt. Niet alleen in de “JJ-Cale-nummers” maar ook in juweeltjes van balads als
The real sugar en
Nothing really ends. Hier zet Barman zijn meest zwoele en sexy stem op en schuift melancholicus Barman rocker Barman resoluut opzij. Op
Nothing really ends wordt een sfeervolle xylofoon niet geschuwd en zo ontstaat een warm liedje dat qua sfeer bijna jazzy wordt.