Ik beluisterde dit album voor het RYM top-250 review topic – anno augustus 2022 was dit RYM #228
Sommige artiesten hebben iets mysterieus over zich - je vraagt je voortdurend af of ze een loopje met je nemen of bloedserieus zijn, of ze links of rechts zullen gaan. Een David Bowie is daar erg goed in, bij wie je nooit helemaal weet of hij het nou meent of niet, die een enorme belevingswereld opspant door je voortdurend op het verkeerde been te zetten. Bruce Springsteen heeft het omgekeerde: hij heeft een hele duidelijke rode draad en consistentie doorheen al zijn werk, maar is daarbinnen ontzettend voorspelbaar. Nu zijn Bruce-adepten vaak erg toegewijd (op dit forum, maar ik heb ze ook in de familie) in het uitspreken en verdedigen van hun waardering voor “The Boss” (…), en zo had ik
Born to Run voorafgaand aan mijn RYM-project reeds verschillende keren gehoord en op 2.5* staan. Maar hoewel mijn waardering niet is veranderd, begrijp ik inmiddels wel beter waarom ik niet meega in de adoratie van Bruce.
Zijn muziek, en deze plaat in het bijzonder, voelt als muziek voor mensen die verlangen naar een verleden waarin alles beter was. Toen de wereld nog eenvoudig was, de benzine nog goedkoop en de vrouwen nog allemaal als een blok voor je vielen. Waarin ook het zware werk en de ontberingen nog hun charme hadden. Het is knap hoe Bruce zo'n vertrouwd sfeertje weet op te roepen waarin je fijn kunt zwelgen. Het intrigeert me hoe zowel hijzelf als de personages in zijn songs zo'n sterke verpersoonlijking zijn van de anno 2022 boze maar in de ‘70s nog lekker zelfvoldane suburban Amerikaan. De machoman die zich, in een nog beperkt verbonden wereld, lekker ongecompliceerd kon wentelen in verlangen naar auto’s en vrouwen. Die teneur klinkt door in de muziek, maar ook in de aankleding: het leren jasje, de gitaar - het meestgebruikte fallussymbool binnen de ouwelullenrock - quasi-nonchalant maar ondertussen heel erg geposeerd omgehangen. Er gaat verbluffend weinig ironie en zelfspot vanuit. Bruce klinkt als die vriend van je vader die op verjaardagen opschept over zijn nieuwe auto en bij het zien van jouw meewarige blik aangeeft dat je er ook wel een keertje in mag rijden zonder daarin te lezen dat dat wel het laatste is waar je behoefte aan hebt. Die je op belerende toon uit de doeken doet hoe het er aan toegaat in de wereld terwijl hij zelf zelden zijn anonieme suburb uitkomt. Die niet converseert, maar uitlegt. Als het even kan in de vorm van een veel te lang verhaal.
Toegegeven: op lange autoritten, met name over de eindeloze provinciale wegen van New England of door de zwaar vervallen en met junks bezaaide dorpjes van Pennsylvania en Ohio, is het mij al eens prima bevallen om zo nu en dan een Bruce-plaat op te zetten. Daarvoor grijp ik dan algauw naar
The River of een compilatie met mijn favoriet
Youngstown erop, maar ook op deze plaat kan ik in die context goed wegdromen en net als de stereotype Amerikaan doen alsof buiten mijn wereld niets ertoe doet. Zo heeft deze muziek zeker zijn functie, die een lage score in zekere zin niet rechtvaardigt. Maar bij herbeluistering thuis of in de trein overheerst dan toch weer de knulligheid. Exemplarisch daarvoor is al het titelnummer, of het nu GTST-teksten als
"I wanna die with you, Wendy, on the street tonight In an everlasting kiss" zijn of het theatrale afsluitende "whooohooohooo": ik hoor opgeklopte dramatiek van een macho die zichzelf zo centraal zet dat zijn band, die een nogal nadrukkelijke rol speelt in het album, in de artiestennaam niet eens vermeld wordt.
Muziek is voor mij op zijn mooist waar ruimte aan de verbeelding wordt overgelaten, waar dingen impliciet zijn - of het nou teksten zijn, instrumenten, of klankwendingen die worden weggelaten. Waar je als luisteraar ook dingen zelf kunt invullen, en in het beste geval de muziek de gedachten prikkelt. Bruce doet niets van dat al. Zowel instrumentaal als tekstueel kauwt hij alles voor. Zijn teksten en gebaren zijn zo expliciet en theatraal dat je puur moet volgen wat hij je voorlegt. En hoewel Bruce ontegenzeggelijk zo'n Amerikaans icoon is als de Ford F150, is zijn muziek ook net zo opgeblazen en grotesk in verhouding tot zijn waardevolle inhoud.
Ik kan prima volgen dat dit veel mensen aanspreekt maar mij ligt het ook bij herbeluistering niet – 2.5*