menu

Tim Buckley - Starsailor (1970)

mijn stem
3,86 (165)
165 stemmen

Verenigde Staten
Rock / Jazz
Label: Straight

  1. Come Here Woman (4:09)
  2. I Woke Up (4:02)
  3. Monterey (4:30)
  4. Moulin Rouge (1:57)
  5. Song to the Siren (3:20)
  6. Jungle Fire (4:42)
  7. Star Sailor (4:36)
  8. The Healing Festival (3:16)
  9. Down by the Borderline (5:22)
totale tijdsduur: 35:54
zoeken in:
avatar van Paalhaas
5,0
Starsailor... De culminatie van Buckley’s zoektocht naar de perfecte fusie van folk en (free) jazz. Daarnaast is dit op vocaal gebied waarschijnlijk één van de grootste prestaties ooit. Buckley zingt zo onbeschroomd dat het haast plaatsvervangende schaamte opwekt. In werkelijkheid kan je alleen maar met open mond toehoren hoe deze man alle registers opentrek en gilt, schreeuwt en tettert alsof de duivel hem achterna zit (Die waarschijnlijk zijn ziel komt opeisen. Verkocht is verkocht. ).

Buckley is hier misschien wel op het hoogtepunt van zijn creatieve periode, en het concept voor deze plaat is één van de uniekste in de rockgeschiedenis. Ik kan dan ook bar weinig soortgelijke platen uit mijn mouw schudden. Een soort van duivelse, psychedelische hybride tussen folk en jazz, met als middelpunt de titanische vocale capaciteiten van deze meneer, van wie je de algemene indruk krijgt dat hij ‘tikkie-tikkie’ is, zoals mijn buurmeisje dat altijd zo mooi omschrijft. De sterrenzeiler neemt ons mee op een reis door zijn geniale brein.

Opener Come here woman is een werkelijk angstaanjagende, obsessieve, erotische nachtmerrie, met dat ijzingwekkende “Cooooooooooooooome heeeeeeeeeeeeeeeeeeere wooooooooooooman”. Kippenvel. Het nummer (zoals de meeste hier) springt van de ene tempowisseling in de andere en de luisteraar desoriënteren en de schrik op het lijf jagen lijkt het verheven doel te zijn. I woke up is een stuk minder wild, en doet misschien van alle nummers het meest terugdenken aan Lorca. Maar nog altijd is het nummer vergeven van die karakteristieke onheilspellende, spookachtige sfeer. Monterey, dan, wordt voortgestuwd door een alsmaar herhaald rauw gitaarriff, terwijl Buckley weer als een hondsdolle alles uit zijn stembanden perst wat hij er gevonden krijgt.

Het sfeertje lijkt gezet, maar opeens is daar Moulin rouge, een soort van boheemse serenade, die onmogelijk meer uit de toon kon vallen na het voorgaande, maar door de bondigheid en het simpele maar bijzonder lieflijke melodieuze motief zeker geen onwelkome afwisseling vormt (Bunk Gardner van de Mothers of Invention blaast overigens mee!).
Vervolgens komt het bekendste nummer van de plaat, en tevens één van de prachtigste liefdesliederen ooit geschreven: [iSong to the siren[/i]. En ja, ook dit nummer valt uit de toon en draagt niet bij aan de cohesie van het album, maar wie boeit dat nou als het zo’n ont-zet-tend mooi liedje is?

Jungle fire dan. Het experimentele, duistere sfeertje van de eerste 3 nummers wordt weer opgepakt en in dit nummer is het nog intenser dan tevoren. De climax van de intro: “...And life breathes from deeeeeep insiiiiiiiiihijahijahijahijahijahijahijahijiiiiiide!!!” is de aanzet tot een wervelende folk-jazz-boogie die zijn weerga niet kent. “I love you like a jungle fire”, schreeuwt Tim als een bezetene, en je weet dat hij het meent.
Hierna komt het meest experimentele nummer (en dat betekent op dit album zéér experimenteel), het titelnummer. En het doet die titel eer aan: een hyper-psychedelische, spaced-out, meerlaagse zangpartij (en alleen zang, geen begeleiding) waar je mond wijd van openvalt. Een zeiltocht tussen de sterren (lees: muzikaal onbetreden gebied), die je hulpeloos in het vacuüm van de ruimte doet belanden.

Dan volgt het fantastische The healing festival, een duivelse parade van om aandacht schreeuwende instrumenten: onwrikbare, ‘onontkoombare’ bas- en gitaarpartijen, spastische drums, ontketende trompet. Buckley laat horen dat hij ook normaal kan zingen, althans enigszins zoals we dat gewoon waren/zijn van zangers.

Afsluiter Down by the borderline begint met een Spaanse trompetpartij, waarna alweer een spetterende boogie wordt ingezet en Buckley nog één keer alles uit de kast haalt, voor één van de hoogtepunten van het album.

Buckley's zang is niet alleen geniaal op het grensverleggende vlak, ook in de traditionele zin heeft de man een meer dan hemelse stem, die zijn zoon rode wangetjes geeft van schaamte (Ja, echt waar, mensen met Grace in uw top 10).

Starsailor is als je het mij vraagt één van de geniaalste albums van één van de grootste artiesten van de twintigste eeuw. De muziek heeft iets ‘dwingends’, iets dat gezegd MOET worden, en het wordt gezegd zoals het moet. 5/5



P.S. Graag wil ik trouwens nog vermelden dat de beste man slechts 23 (!) jaren telde toen hij dit opnam (en hij hiervoor al 2 meesterwerken op zijn naam had (Happy sad en Lorca)).

(En ook maar eens die top 10 in gewerkt. Werd tijd. )

avatar van PaulKemp48
5,0
Wat heeft deze man in z'n korte leven buitenaardse (met niets te vergelijken) muziek gemaakt! Van de eerste 6 LP's mis ik "Lorca" maar gezien z'n andere LP's moet ik deze maar snel aanschaffen. Met enige schaamte beken ik dat ik TB pas na 40 jaar ontdekt heb. Geweldig dat de muzikale schatkist rond de jaren 70 zoveel pareltjes bevat! Absoluut 5 sterren!

avatar van Johnny Marr
2,0
Dit is waarschijnlijk de meest misleidende hoes aller tijden. Als je je daarop baseert zou je denken dat dit een rustig singer-songwriter plaatje is... nou, dat is het dus niet.

Song To The Siren is natuurlijk erg mooi, maar ik vind de cover door This Mortal Coil nog veel beter. Af en toe hoor ik ook wat Doors-invloeden zoals vanaf 2:10 ongeveer op 'Jungle Fire'. Dat zou ook op 'American Prayer' (het poëziealbum van Jim Morrison onder muzikale begeleiding van de leden van The Doors) gestaan kunnen hebben. Het mooiste stuk van het album vind ik Monterey-Moulin Rouge-Song To The Siren, dat zijn echt 3 mooie nummers, maar...

Waarom veel mensen hier nu de volle 5* aan kunnen geven zal ik wellicht nooit kunnen begrijpen, zijn experimentatiedrang komt veel beter tot z'n recht op voorganger Lorca, vind ik. De reden waarom ik dit album een onvoldoende waard vind? Simpel: het door merg-en-been gaande geschreeuw en gejodel. Alleen gaat het niet door merg en been bij mij, maar door mijn dikke teen, en die begint hier spontaan van te krullen. Respect voor degene die hier wel een meesterwerkje in horen.

avatar van Ataloona
5,0
Nou ja, lees de recensie van de heer Paalhaas maar eens goed door zou ik zeggen.

Tim Buckley was hier op de top van zijn kunnen qua vocale prestaties en zijn fusie van folk en jazz - free-folk - met psychedelica. Tim Buckley werd in zijn omgeving niet begrepen en belande van de ene depressie in de andere - nog diepere - depressie. Echter weet hij met Happy Sad, Lorca en Starsailor - in ieder geval mij - duidelijk te maken wat zijn gemoedstoestand toen was. Wat zijn concept van muziek is, wat zijn idee van poëzie is en vooral hoe hij wanhopige pogingen doet richting volwassenheid. Ik zie deze drie albums als een onafscheidelijke cyclus van opgroeien en de daarbij horende teleurstellingen, waanideeën, dromen en nachtmerries. Starsailor is de conclusie van die cyclus en Buckley uit op magistrale wijze zijn gevoelens. Het is een experimentele plaat ja, het is inderdaad een lastige plaat, het is inderdaad een misleidende plaat, maar het is ook een ''work of art''. Pure passie, bijzonder intens en vaak onbegrepen kunst met hoofdletter K. Vooruit, alleen hoofdletters, KUNST.

Waar Buckley's stem, zijn vocale kunst, volwassenheid bereikt op Starsailor wilde dat in zijn privéleven niet zo lukken en ging hij een tijdje met pensioen. Emotioneel uitgeput, zijn krachten volledig gegeven op zijn muziek, kwam zijn reis eigenlijk teneinde met Starsailor. Ik kan niet voor anderen spreken, maar daarom geef ik in ieder geval een 5/5 en niet minder.

Ennuh, die Liz Fraser kan best zingen hoor, maar die cover van This Mortal Coil de betere versie noemen is toch wel heel erg vloeken in de kerk. Dat was de eerste versie van Song to the Siren die ik hoorde, maar na het origineel van ''die vader van Jeff'' te hebben gehoord (mijn kennismaking met de man) werd ik toch wel heel erg stil. Indrukwekkend, emotioneel en pure compassie.

avatar van deric raven
3,5
Natuurlijk ken ik Tim Buckley als vader van Jeff en als de uitvoerder van Song To The Siren, later verdienstelijk gecoverd door This Mortal Coil en John Frusciante.
Ik had totaal andere muziek verwacht; dit is bijna duivels, en zit ergens tussen 16 Horsepower en Scott Walker (vooral het verwarrende titelnummer) in.
Soms heeft het ook wel dat cabaret gevoel van Marc Almond, maar dan gruwelijk verminkt aangezet.
Ook het hysterische van een band als At The Drive-In hoor ik in zijn zang terug.
De dramatiek van zijn zoon herken ik hier ook zeker in, hij klinkt net iets liever dan zijn vader.
Moulin Rouge is een rustpunt, dromerig, waarbij zijn veelzijdigheid nog meer op valt.
Song To The Siren blijft het onevenaarbare hoogtepunt, omdat je altijd naar de stem getrokken wordt (wat mij ook de opzet van het lied lijkt), vergeet je al snel het geweldige ondersteunende gitaarspel.
Het griezelige van dit alles vind ik nu dat het lijkt dat de geest van de vader de zoon naar zich toe lokt in zijn fatale zwempartij.
Luister naar de laatste zinnen:

Hear me sing, "Swim to me, swim to me, let me enfold you:
Here I am, here I am, waiting to hold you"


Waardoor het bijna een Hans Christian Andersen sprookje wordt, welke raakvlakken heeft met De Kleine Zeemeermin en Het Meisje Met De Zwavelstokjes.

avatar van bikkel2
4,5
Starsailor lijkt een omslag in Tim Buckley's korte periode als musicus.
Het lijkt er op dat hij als een bezetende snel door ging naar andere invalshoeken.
Misschien voelde hij al iets van onrust en de gedachte dat zijn leven kort zou zijn.
Achteraf niet zo'n heel gekke gedachte.
Tim was niet al te zuinig op zichzelf en de studio sessies putte hem uit.
Dit is een nieuwe experimentele fase waar de acoustische, licht jazzy setting heeft plaats gemaakt voor lyrische dwingende jazzrock met avant garde en free jazz kantjes.
Zijn vocalen vaker als een aanvullend instrument en in sfeer bepaald duisterder en killer.
Het nodigt anders uit dan het voorgaande werk, waar Tim nog relax en zonder al te veel gekke uitspattingen te werk ging.
Totaal andere fase en waar je voorheen half liggend onderuit zakte en genoot, is dit tamelijk hyper.
Song To The Siren is prachtig rustiek en is eigenlijk een liedje die er niet echt tussen past.
Grotendeels is dit een plaat die tegendraads is en Tim de ruimte geeft zijn stem expressiever zijn gang te laten gaan.
Het heeft wel wat, al moet je misschien in een opgefoktere stemming zijn.
Muzikaal heel interessant en het schuurt, dwingt en daagt je uit.
Veel nummers kon ik al van verzameld werk.
Down To The Borderline echter niet.
Laat ik dat nu net een highlight vinden hier.
Het schurkt naar een soort alt-funk. Voodoo ritmes, koper en Tim die het wederom naar grote hoogten zingt.

Apart album, maar wel erg goed.
Deze periode van Tim Buckley vergt geduld en focus.
Het heeft bij mij ook even geduurd dit op juiste waarde te schatten.

Gast
geplaatst: vandaag om 14:13 uur

geplaatst: vandaag om 14:13 uur

Let op: In verband met copyright is het op MusicMeter.nl niet toegestaan om de inhoud van externe websites over te nemen, ook niet met bronvermelding. Je mag natuurlijk wel een link naar een externe pagina plaatsen, samen met je eigen beschrijving of eventueel de eerste alinea van de tekst. Je krijgt deze waarschuwing omdat het er op lijkt dat je een lange tekst hebt geplakt in je bericht.

* denotes required fields.