Bij muziekkeuze speelt je stemming doorgaans een grote rol. In een hele vrolijke bui luister je doorgaans andere platen dan als het net uit is met je vriendin. Heel logisch natuurlijk. Zo heb je meer uitersten: sommige muziek is heerlijk voor op de achtergrond, maar je moet er toch niet aan denken tijdens Rain Dogs van Tom Waits hard aan het werk te moeten zijn. Ik bedoel maar, muziek zit vol tegenstellingen en verschillen in geschiktheid op een bepaald moment.
Je hébt ze natuurlijk wel, van die platen die werkelijk op elk moment van de dag en in iedere stemming langs kunnen komen. I Could Live in Hope komt wat mij betreft voor dat predikaat in aanmerking. Dat maakt het meteen moeilijk een fatsoenlijke recensie te tikken, want dit is een prima plaat voor op de achtergrond, zoals gezegd. Dat betekent dat het zo tijdens het tikken van deze regels lekker voortkabbelt en niet al te zeer op de voorgrond treedt. Zeer aangenaam. Je hoeft niet op te letten om toch een erg fijne luisterervaring te ondergaan.
Maar goed, ik ken deze plaat inmiddels toch wel wat langer dan vandaag, dus dat ie op de voorgrond ook bevalt, weet ik inmiddels maar al te goed. In wat aandachtiger luisterbeurten (u weet wel, ogen dicht, licht uit, geluid net iets te hard) blijkt I Could Live in Hope alleen nog maar sterker. Zo is het ook al met stemmingen. Vrolijkheid wordt absoluut niet belemmerd door het vanuit dat perspectief aangenaam voortkabbelende tripje, de melancholicus haalt zijn hart op via prachtige, met hartzeer doorspekte slowcoreballades en een heuse bozerik wordt tot bedaren gebracht door de bezwerende toon, maar zal daar door de ook volop aanwezige climaxen beslist niet negatief over denken.
En ja, hoe klinkt dat dan? Twee woorden kun je in alle stemmingen wel terughoren: rustgevend en coherent. Het is allemaal bijzonder traag wat Low op deze plaat laat horen. Denk aan de Red House Painters, maar dan nog wat meer... low. Het is allemaal nog net wat ingetogener dan je je zonder deze plaat kan inbeelden. Muzikaal lijken de nummers in eerste instantie wat vlak, maar al snel krijgen ze door de prachtige melodieën en gitaarpartijen heel wat kleur op de wangen. Naast het fantastische gitaarwerk, dat soms licht galmt en soms (tweede deel Lullaby) postrockachtige climaxen kent, valt de nadrukkelijk rol van de bas op. Veel intro's beginnen met bas en een pas later invallende gitaar. Ook tijdens de nummers tieren de dikke snaren welig.
Met name het middenstuk van dit album is van een onovertroffen niveau. Slide zuigt je als het ware definitief mee in deze plaat (tenzij je m op de achtergrond aan hebt staan natuurlijk, dan kabbelt ie gewoon lekker door
). Vanaf dan kan het niet meer stuk. Het prachtige Lazy, het verbazingwekkende, misschien zelfs wel onovertroffen Lullaby, het korte maar krachtige Sea en het wondermooie Down. Rustgevend dus, en coherent. En op ieder moment een goede keus. Een echte 24/7 plaat dus, die dan ook 5/5 en een toptiennotering verdient.