In 1979 stapte Gary Moore halverwege een Amerikaanse tournee uit Thin Lizzy vanwege alle drugsconsumptie en de onprofessionele gevolgen daarvan. Hij dook onder in Californië bij de voormalige bassist/zanger van Deep Purple, Glenn Hughes. Oh ironie: diens drugsconsumptie verschilde nauwelijks van die van Moores voormalige broodheer, maar de twee hadden wel een muzikale klik.
In 1985 besloot Moore tot samenwerking met Hughes, ondanks de nodige waarschuwingen van zijn solide manager Steve Barnett en diverse anderen, van nabij bekend met Hughes' voortdurende suiker- en cokeverslaving.
Met
Run for Cover nestelde Gary Moore zich definitief in de top van (hard)rockland, gezien de vele aandacht in de muziekpers en op de radio. Kritisch was ik over de nieuwe versie van
Empty Rooms, op de radio in augustus-september 1985 en de tipparades bij zowel de NOS als Veronica halend. Dan liever de oorspronkelijke Lege Kamers, maar dat deze gitarist ook in Nederland bijna opnieuw voet aan hitparadegrond kreeg, was 'm dik gegund. De nieuwe versie was gemaakt voor Amerika waar het niets deed, wél #12 in Ierland en #30 in het Verenigd Koninkrijk.
Nog vreemder was dat het veel steviger
Out in the Fields kort daarvoor een wekenlange hit was geweest; in augustus bij de Nationale Hitparade op #21 piekend en bij Veronica op #35.
Een vriend had de elpee, die ik in zijn geheel op cassette zette. Later kocht ik het vinyl zelf, enkele maanden geleden heb 'm alsnog op cd gekocht, de originele editie met tien nummers. Tot mijn verbazing bevat deze een nummer meer dan de gelijktijdig verschenen elpee, waarop track 5,
Out of my System, ontbreekt. Het minste nummer van het album, logisch dat deze niet op de zwarte schijf was te vinden.
Moore stoeit met moderne technologie zoals sequencer en drumcomputer, daarnaast laten maar liefst drie drummers zich horen. Bandtoetsenist Neil Carter kreeg slechts een uiterst bescheiden rol en Don Airey is op één nummer terug maar het is vooral Andy Richards die we op dat instrument horen.
En dan is er de gastzang van zowel Glenn Hughes als Philip Lynott. De kleine lettertjes leren bovendien dat in diverse studio's werd opgenomen.
Ondanks deze verschillen klinkt de plaat homogeen, dankzij de mix van Mike Stone, die het producerswerk van Beau Hill, Andy Johns, Moore en zichzelf van onderlinge verschillen redde.
Al deze namen doen vermoeden dat het album niet zonder slag of stoot tot stand kwam. Dat is volgens biograaf Harry Shapiro inderdaad het geval. Het grootste probleem was dus Moores koppigheid om per se met Hughes te willen werken, maar toen de plaat klaar was en Hughes eiste dat de hoes zou vermelden 'Gary Moore Band ft. Glenn Hughes' was de maat vol, mede omdat Hughes qua verslavingen niet zo gedisciplineerd bleek als hij Moore had voorgespiegeld. Moore was ondanks alle waarschuwingen zwaar teleurgesteld.
De andere grote naam was bezig aan zijn laatste levensjaar. Dat wist uiteraard niemand in de eerste helft van 1985, maar onontkoombaar was het fysieke verval van Philip Lynott, die er zelfs niet meer in slaagde zijn cocaïnegebruik te verbergen en onderweg naar Moores bruiloft werd gesignaleerd met wit poeder op zijn zonnebril. Tegelijkertijd was hij degene die met het idee kwam om voor
Out in the Fields en
Military Man in uniform aan te treden, hetgeen de marketing een enorme stimulans gaf.
Veel meer details in het boek, dat eveneens vermeldt dat de tourband bestond uit Neil Carter, bassist Bob Daisley en drummer Gary Ferguson, de laatste door Hughes erbij gehaald; de twee speelden hiervoor in
Hughes / Thrall. Een Amerikaanse tournee deed hij niet, zo legde Moore uit in tijdschrift Kerrang!: "
It's stupid to go where you are not wanted", terwijl hij met voorganger
Victims of the Future toch het nodige respect én succes had geoogst.
Muziek en tekst van
Run for Cover waren deels geleend van
I Got Your Number van die band met zelfs de regel "
Don't you run for cover" erin, erkende Moore spoedig.
Het album is nog altijd een heerlijke plaat, met bovendien het aor-achtige
Once in a Lifetime, het stevige, hier en daar héérlijk tegendraads gedrumde
Nothing to Lose en het digitale
Listen to your Heartbeat (mooie melodie, pakkende tekst, fraaie akoestische gitaar) als andere favorieten.
Wederom superieur gitaarwerk, wat een open deur is bij een supertalent als Moore. Qua geluiden toont het dat de gitarist niet ongevoelig was voor de tijdsgeest en op meer (Amerikaans) succes had gehoopt.
Deze fan in het kleine Nederland kocht in eerste instantie de
12" van Out in the Fields met op de B-kant
Still in Love with You, een heropname van de klassieker van Thin Lizzy. Moores solo's hierop (hij blijft dicht bij het origineel) bewijzen hoe goed hij eveneens was in het spelen van lange noten. Een voorafschaduwing van zijn latere terugkeer naar de blues van zijn jeugd.