Ooit in de volgende eeuw zal iemand op MusicMeter misschien vragen: “Sir Spamalot, wie was dat?” “Dat was die kerel die zot was van jaren tachtig metal, de twintigste eeuw welteverstaan, en veelal debuutalbums.” En hier is er weer zo enen.
Een in-your-face productie, dreigende chaos, een zanger (RIP Paul Baloff) die rijp lijkt voor het gekkenhuis, twee gitaristen die vetter dan vet riffs uit hun gitaar halen, smerig klinkende songs, een ritmesectie die schijnbaar de grootste moeite ter wereld doet om de boel bij elkaar te houden maar schijn bedriegt … and I love it! Moderne albums kenmerken zich door de loudness war, waar is die afstandsbediening om het volume zachter te zetten. Hier niet, waar is die afstandsbediening om het volume de hoogte in te jagen, potverdomme! Dit is puur genieten van klassiekers, heilige songs zoals … bijna alle songs eigenlijk maar in het bijzonder Exodus, Metal Command, Piranha (fabelachtigfantastischfenomenale klap tegen de kop) en de lichtsnelheidbrekende Strike of the Beast. No Love tot aan de tempoversnelling is een kleine smet op een verder geweldig album.
Ik hoor deze duizend keer liever dan de remake Let There Be Blood uit 2008, technisch perfect, perfect geluid maar het kan er niet aan tippen. Wat kan nostalgisch enthousiasme een heerlijk gevoel zijn. Groeten, de zot.