Heel vaak hoorde ik vanaf maart 1981 de single
Vienna op de radio. Het bijbehorende album was toen al acht maanden uit, maar de naam van het Londense Ultravox zei me weinig of niets; dat die elpee alweer de vierde van de groep was evenmin.
Aan de British Charts te zien, liepen de Britten niet veel voor:
Sleepwalk was daar Ultravox’ eerste hit. Het haalde in augustus ’80 #29 en
Passing Strangers in oktober #59. Maar toen kwam het titellied op single uit en stond vanaf half februari ’81 vier weken #2. Nederland volgde en
Vienna stond in april vier weken #1, in Vlaanderen in april-mei drie weken op die plek.
Het nummer was mij wat te langzaam, maar de sfeer door de synthesizers gecreëerd was helemaal fijn met die beat en echo’s, zeker in het snellere deel waar bovendien een viool klonk. Het werd echter zo vaak op de radio gedraaid dat ik het na enige tijd ontzettend zát was. Jarenlang...
De naam van de Schot Midge Ure viel daarbij vaak. Ik kende zijn naam van Thin Lizzy, waarmee hij niet alleen tourde: met frontman Phil Lynott zat hij frequent in de studio, hoorbaar op zowel band- als soloplaten van de Ier.
Anno 2023 valt mij op dat de groep bij de productie werd bijgestaan Konrad Connie Plank, de Duitser die ik van namen als Neu! en Kraftwerk ken. De stijl verraadt dat Ultravox net als Tubeway Army / Gary Numan een traditioneel gitaar-bas-drumsverleden had; meestal klinken traditionelere geluiden.
Met
Astrodyne begint de plaat instrumentaal en bombastisch, in
New Europeans klinkt “gewoon” lekkere new wave met gitaar en een vleugje toetsen, net als in
Private Lives en
Passing Strangers.
Sleepwalk sluit de A-kant af en bevat sterkere digitale invloeden, maar nog altijd met het drumwerk van Warren Cann.
Mr. X op de B-kant is het eerste nummer met slechts digitale instrumenten, het is Cann die zingt.
Western Promise is een mix van “klassieke” wave en in het eerste deel instrumentaal, met een hoofdrol voor de viool van Billy Currie. Na
Vienna volgt
All Stood Still, net als het slot van de A-kant een sterke mix van analoge en digitale klanken, met onder meer een gitaarsolootje en een vleugje scheurende reggaegitaar zoals ik dat van Fischer-Z ken.
Tevens op streaming te vinden is de 2008-cd-uitgave. Deze kent vele leuke bonussen met zowel demo’s, liveopnamen, oefenruimteversies én speciale versies, waarbij nieuw het instrumentale
Alles Klar.
Een sterk album met pakkende composities en voorzichtig experiment: vaak een "conventioneel" bandje, soms een vernieuwend geluid. Geen pure synthesizerpop, maar zeker wel fijne new wave. Jan Libbenga vond dat indertijd
in Oor overigens ook al.