Somewhere to Elsewhere kocht ik kort na verschijnen. Het bleek er net als de Kansasalbums uit de jaren '70 eentje te zijn die rijping nodig had. Een maandje draaien, wegleggen, later weer eens in de cd-lade. Door de jaren heen ontdekken dat de muziek bij herbeluistering aan diepte won.
Waar ik toen enthousiast over was: opgenomen in de originele bezetting, met zowel de teruggekeerde Kerry Livgren die in zijn eentje alle nummers had neergepend als bassist Dave Hope, de laatste alleen voor de opnamen. Deze vonden plaats in de thuisstudio van Livgren. Bassist Billy Greer bleef aan boord, onduidelijk blijft wie van de viersnarenplukkers welk nummer inspeelde.
Greer was tegelijkertijd bezig met de opnamen voor het soloalbum van zanger Steve Walsh. Die ontbrak op zijn beurt fysiek bij de opnamen van de nieuwe Kansas, druk zijnde in zijn eigen thuisstudio met de opnamen van
Glossolalia en speelde op dit
Somewhere to Elsewhere geen toetsen; hij nam zijn zangpartijen thuis op en stuurde die naar Boerderij Livgren.
De hoogtepunten in vogelvlucht: het gevarieerde
Icarus II groeide uit tot het bekendste nummer, omdat het nog altijd in de liveset van de groep zit met zijn verhaal over piloten in de Tweede Wereldoorlog; het filmische
The Coming Dawn (Thanatopsis) heeft naast de sferische muziek een tekst waarin Livgren zich in de ziel laat kijken;
Myriad met zijn jazzingrediënten en prachtige opbouw.
Op de tweede helft: als er een single was geweest, had dat het midtempo
Look at the Time moeten zijn, schijnbaar eenvoudig maar alweer knap via verslavende melodieën naar de climaxen opgebouwd, heerlijk vioolspel van Robby Steinhardt en prachtige details op de hi-hat van drummer Phil Ehart;
Distant Vision is ma-je-stu-eus mooi en kan zich meten met het beste wat Kansas in de jaren '70 deed - een fascinerende combinatie van progrock en melodieën plus leadzang van zowel Walsh als Steinhardt; prachtig en rustig buitenbeentje is de oosterse gothiek van
Byzantium.
De productie werd gedaan door Livgren, Williams en Ehart. Het gitaargeluid (Rich Williams en Livgren) is zwaarder dan voorheen; in
Icarus II en
Not Man Big hoor je zelfs metalen riffs. Wat ook opvalt is de geluids- én muzikantenkwaliteit: in datzelfde 2000 verscheen van Livgren het in dezelfde thuisstudio opgenomen
Collector's Sedition, dat verre van onaardig is. Toch komt Kansas een stuk robuuster en gevarieerder uit de verf.
Of, zoals ik Rich Williams in een interview met vlog Rock History Music zag zeggen:
"Kerry Livgren is at his best when he works with Kansas." De gitarist is overigens ook over andere zaken en personen heel open, getuige diverse uitspraken in
deze playlist van 17 interviewfragmenten.
De dubbelzang van Walsh en Steinhardt kan zich meten met het beste uit de jaren '70. Klonk Walsh toen als een geel lentebier, nu hoor ik een bruine herfstbock, echter nog altijd bizar krachtig, getuige de hoge climax in
Distant Vision; de stem van Steinhardt klinkt net als toen.
Na een kleine minuut stilte volgt een hidden track, een akoestisch bluesje. In het internettijdperk blijkt het
Geodesic Dome te heten. In 2022 verscheen het album op cd en 2LP met
andere hoesafbeelding.