De eerste, machinale geluiden maken meteen duidelijk wat voor plaat dit is. ‘Through Silver in Blood’, wat mij betreft de beste worp van Neurosis tot nu toe (en ik zie Scott Kelly en kornuiten nog niet zo gauw beter doen in de toekomst), is bloedernstig, intens tot op het bot, wrang en mismeesterd. De titeltrack is meteen een maagsplijting, waarbij het niet tot een doffe stomp beperkt blijft, maar veel en veel verder gaat; het vuige karakter van de song zet zich daarna nog door, alsof de muziek steeds verder in Dante’s Hel verglijdt. Het is een vergelijking die ik niet snel maak, maar ik kan er simpelweg niet buiten; de heerlijk zieke herrie van Neurosis, gecombineerd met de nodige ruststukken, die adempauzes voorschoten, heeft iets van een hemelse verraderlijkheid. Het is één van de weinige albums die ik ken, waar ik waarachtig maagpijn van krijg.
Muziek waar je maagpijn van krijgt, is dat dan de bedoeling? Als je hapklare popmuziek wil verorberen, dan zou ik niet naar Neurosis verwijzen. Toch maakt Neurosis muziek die veel meer is dan enkel herrie. Het algehele karakter van ‘Through Silver in Blood’ mag dan wel gitzwart zijn, toch heeft deze band ook zo z’n minder voor de hand liggende invloeden. Ik hoor hier namelijk wat ambient in terug (de sfeerzetting is sowieso genadeloos), en het geheel heeft ook wel wat weg van freejazz, zij het in de verte. Het is geen freejazz, natuurlijk, maar dat de muziek een opstandige, ietwat chaotische en vooral eigenzinnige sound heeft, kan je moeilijk ontkennen.
De plaat bestaat uit 9 nummers, goed voor ruim een uur huiveren én genieten. Vijf van de negen songs klokken af rond de tien minuten. Het zijn deze composities (want zo mogen we ze toch wel noemen) die me het meest aanstaan. De twee songs die ongeveer 5 minuten in beslag nemen, ‘Eye’ en ‘Locust Star’, worden gekenmerkt door een rauw, onbevangen geluid. ‘Eye’ is zelfs ronduit bruut, en daarin kent dan weer een ander aspect van Neurosis zijn herkomst; hardcore. De eerste platen van Neurosis waren zelfs pure hardcore punk, erg matig gewaardeerd ook, in het algemeen. Ook ik vind het niet bepaald voltreffers. Ik deel dan ook de mening van bennerd, die bij het debuut zegt dat hij blij is met de evolutie van Neurosis.
‘Through Silver in Blood’ is vooral een plaat die je in één ruk moet uitzitten, maar als ik toch een song moet kiezen die er bovenuit springt, zal het ‘Aeon’ zijn. Samen met afsluiter ‘Enclosure in Flame’ trouwens één van de beste laatste 20 minuten van een album die ik ken. Ronduit indrukwekkend, hoe de songs meesterlijk in mekaar steken, geduldig opbouwen naar een climax.
Een absolute sterkhouder op dit album zijn de zonder uitzondering verwrongen gitaarriffs. Alles wat heel is, is oninteressant, moet Scott Kelly gedacht hebben, want bij elke riff is er wel, zoals wij plachten te zeggen, een hoek af. Samen met het monumentale, indrukwekkende gedrum van laten ze de modderpoel geregeld overlopen. Vooral in ‘Purify’ komt dit uitstekend tot uiting; de overheersende gitaarriff gaat constant in de clash met de woeste, maar, als je het overzicht bewaart, toch enigszins verzorgde drums. De song begint zeer ingehouden, en ontpopt zich gaandeweg tot een inferno. Het gebruik van de doedelzak is zeer effectief om een laatste mokerslag uit te delen. Of is dit net dat ontbrekende ingrediënt, dat de luisteraar helemaal in een trance brengt? Hoewel ik daar doorgaans al in verkeer vanaf de opener.
Wat ook opvalt, zijn de naadloze overgangen. Daaraan is nog het meest te horen dat dit geen verzameling nummers is, maar een luisterbeleving van een dik uur. Een reis die gaandeweg steeds meer een beproeving lijkt te zijn, en in de laatste twee nummer uitmondt in een grandioze neergang. ‘Locust Star’ kan je wat dat betreft al in het voorgeborchte positioneren; de loodzware riffs en het woeste, onbedwingbare schreeuwen van Kelly schetsen een wel zeer eigenaardig beeld van melancholie. Sla alleen al de eerste lap tekst er maar eens op na.
De woede die in ‘Locust Star’ op de menigte wordt losgelaten, maakt in ‘Strength of Fates’ plaats voor een zeer rustige, maar daarom niet minder beklemmende song. De spaarzame piano-aanslagen bieden comfort. De rauwe keelgeluiden van Kelly, die klinkt alsof hij een halve kilometer verder staat en her hart uit zijn lijf pompt, brengen wederom een sinistere tekst – dit album is daar van doordrongen, iets wat overigens ook op de hoes zichtbaar is (met bloedende ogen – waarschijnlijk gebaseerd op de zinsnede “Bleed my eye” uit de afsluiter?) en in het boekje. 1 pagina per songtekst, die afwisselend in bloedrood en krijtwit staan gedrukt. Op de achtergrond vage afbeeldingen van mythologische monsters en mysterieuze taferelen (en een reusachtige afbeelding van een spin?).
Om dan maar even terug te komen op prijsnummer ‘Aeon’; waarom precies deze song? Omdat hier alles lijkt samen te komen. Alle troeven van Neurosis, van unieke sfeerzetting over perfecte opbouw (de manier waarop de viool en de cello niet worden ingezet om warmte aan het geheel toe te voegen, maar net desolate dreiging, is fantastisch) tot de rauwe puurheid (of pure rauwheid?), schitteren in dit monster van bijna 12 minuten. Het had voor mijn part een halfuur mogen duren. Van pakweg minuut 5 tot 6 krijgen we een minuutje relatieve rust, hoewel je duidelijk iets hoort opborrelen op de achtergrond. De abrupte manier waarop de knuppel dan weer in het hoenderhok wordt gegooid, voelt aan alsof je tegen een betonnen muur bent gelopen. Een fabrieksmuur, liefst waar men zware, metalen machines maakt, want zo klinkt het alweer. Het aanzwellende geluid zorgt tenslotte ook nog eens voor een zekere grandeur. Tja, als dit geen monument is, dan weet ik het ook niet meer.
Ook afsluiter ‘Enclosure in Flame’ had nog een dikke tien minuten langer mogen doorgaan van mij. Hoewel we met de 10 minuten die we nu krijgen ook zeker niet mogen klagen. In deze afsluiter, die een mysterieus klinkende sound combineert met brute kracht, trekt Kelly zijn strot misschien wel het meest indrukwekkend open. De toch al niet bepaald zonnige tekst (“I will open a door and bleed in your dreams; silently praying for enclosure within the flame of origin”) wordt uitgespuwd alsof het zwarte gal betreft.
Nadat Scott Kelly zijn laatste ademstoten op de wereld heeft losgelaten, meandert de song nog een minuutje voort, badend in zijn eigen trancewereld. Om uiteindelijk uit te doven. Maar niet zoals de zoveelste anonieme kaars. ‘Through Silver in Blood’ is één van die zeldzame platen die de kracht bezitten om je hele hebben en houden voor een uurtje over te nemen, en bruut in stukken te scheuren. Gevaarlijk, maar bloedstollend mooi.
4,5 sterren