Misschien heb ik de afgelopen tijd iets teveel Ayreon tot me genomen en ben ik door die overdaad enigszins geneigd om sommige van zijn/hun albums iets te negatief te beoordelen, maar nu ik dít album leer kennen begrijp ik weer helemaal waarom ik zo enthousiast was over de eerste Ayreon-plaat die ik een paar jaar geleden hoorde (Into the electric castle). Uitstekende melodieën, een fraai gebruik van analoge synthesizers en gitaren, zangers en zangeressen wiens stemmen uitmunted passen bij de sfeer van hun nummers (met uitzondering van Jacqueline Govaert, van wie ik nooit een liefhebber ben geweest – om het maar voorzichtig uit te drukken) en een mooie desolate sfeer die de dromer begeleidt op zijn reis van plaats naar plaats en van tijdperk naar tijdperk ("In space no one can hear you sing"), alles klopt. Nummers 7 en 8 zijn misschien iets minder dan de rest, maar toch ook zeker niet slecht genoeg om skipmomenten te worden.
Grappig dat ik Lucassen ergens hoorde (of las) zeggen dat hij de concepten van zijn albums niet ontwerpt met het oog op artisticiteit of diepgravendheid, maar enkel en alleen om de luisteraar de muziek in te trekken en diens aandacht vast te houden. Het siert hem dat hij zo absoluut niet pretentieus wil overkomen, en wat Into the electric castle betreft gaat dit ook helemaal op (een enigszins melig verhaaltje dat echter spannend genoeg is om de kleurige muziek een effectieve narratieve kapstok te bieden), maar wanneer je de moeite neemt om de teksten van Universal migrator part 1 (mee) te lezen vormen die toch wel degelijk een verrijking en verdieping met hun boeiende en soms ook gewoon ontroerende inkijk in zowel persoonlijke als historische gebeurtenissen (de Nachtwacht, Stonehenge, Apollo 11, Sir Francis Drake – allemaal uitermate interessant).
Aan de minzijde kan ik niet om de te grote Pink Floyd-insteek heen : de gitaarsound van David Gilmour zoals te horen op Echoes, Wish you were here en The division bell vind ik op sommige nummers te overheersend, en als dan zelfs het orgeltje van Echoes op 2084 nog even opduikt wordt het allemaal een beetje te veel. En dat het refrein van het overigens zeer sterke The first man on earth klinkt alsof Jeff Lynne opeens achter de knoppen (en de microfoon) plaats heeft genomen, daar zit ik ook niet op te wachten, maar ach.
Al met al een prachtige en atmosferische plaat die in zowel muzikaal als tekstueel opzicht volledig bevredigt. Ook de recensent van de All Music Guide is er warm voor gelopen, getuige zijn waardering met 4½ van de mogelijke 5*, maar de enige gebruiker daar die de moeite heeft genomen om een (korte) recensie te plaatsen is er íéts minder enthousiast over: "Overblown, Eurotrash, pretension at its worst [...] a complete lack of taste [...] corny, cheesy [...] and unlistenable." Tja.