Progrock grootmeester Steven Wilson bracht een klein jaar geleden het hoogwaardig kwaliteitsalbum Hand. Cannot. Erase. uit, zowel verhalend als muzikaal een uitermate krachtige productie. Passages uit het leven van de hoofdpersoon wist hij op dit album in de emoties van zijn muziek te verpakken. Het album met een speelduur van ruim 65 minuten was echter niet het enige materiaal dat uit de sessies voor Hand. Cannot. Erase. voortkwam. Een viertal nummers, waarvan één al geschreven werd in 2003, aangevuld met een nummer uit de sessies voor The Raven that Refused to Sing en een heropname van zijn Porcupine Tree klassieker Don’t Hate Me vormen de muziek van zijn album 4 ½. Een werkje waar inhoudelijk in zowel de thematiek als de muzikale keuzes een duidelijke verbinding bestaat. De vrouwelijke hoofdpersoon uit Hand. Cannot. Erase. keert hierbij terug in haar vervreemding van de maatschappij en angstvallige momenten. De samenstelling van de band bestaat voor het eerst uit zijn huidige tour line-up, met Dave Kilminster op gitaar, Craig Blundell op drums, Nick Beggs op bas en Adam Holzman op de toetsen.
Het album opent met het kleine 10 minuten durende My Book of Regrets. Het nummer afkomstig van de Hand. Cannot. Erase. sessies bouwt zich op als combinatie tussen studio- en liveopnames. De staccato gitaarriff waarmee Kilminster het album opent brengt de elektronische klanken van de achtergrond naar voren. De vrouw die vanuit haar taxi de buitenwereld aanschouwt en zich laat neerhalen door haar observaties komt tot stand in een verfijnde muzikale sfeer, waarbinnen de verschillende bandleden de ruimte krijgen om hun muzikale talenten te laten zien. Dit levert afwisselende melodielijnen op, die de verbintenis leggen met de muzikale richting van HCE. De moog synthesizer draagt het geheel en laat Kilminster vrij om zijn gitaarkunsten hoorbaar te maken. Adam Holzman toont aan zijn plek op de keyboards te hebben gevonden, resulterend in een muzikaal hoogstaand middenstuk op het nummer. De regen die neerdaalt en de vrouw in haar depressies laat wegzinken, maar een stem die haar vanuit haar binnenste de huidige wereld intrekt. De klanken van de mellotron zoeven op het einde over de vrouw als een hand die uit wordt gestoken om haar te helpen. Ze is aangekomen bij haar bestemming en het geluid van de taxi ebt langzaam weg. Zonder problemen voert het nummer zich met Year of the Plague Steven’s muzikale wereld ten tijde van The Raven that Refused to Sing in. Origineel bedoeld voor een soundtrack van een film, maar binnen dit album perfect op zijn plek valt. De beklemmende klanken van het instrumentale nummer worden mede gevormd door Adam Holzman’s pianospel. De viool die zich bij de melodielijn voegt is een sample, maar drukt hier duidelijk de muzikale toon. Het progressieve aspect weet zich net als Steven’s Transience en The Watchmaker te ontwikkelen gedurende het nummer. Vooral met Transience zijn er op muzikaal vlak veel gelijkenissen te vinden, zowel in het akoestische gitaarspel als in de onderliggende klanken van de toetsinstrumenten. Wonderschoon in zijn aangezicht voert deze instrumentale intermezzo de emoties op.
Terug naar 2003, toen Steven voor de niet verschenen Deadwing film veel muziek schreef. De nummers verschenen de jaren daarna op andere albums en als bonusmateriaal. Het laatste overgebleven nummer uit die sessies is Happiness III, uiteindelijk opgenomen gedurende de HCE sessies. Het terugkerende thema van geluk wordt deze keer opgepakt wanneer de vrouw de taxi verlaat en zich tegoed doet aan sigaretten en pornografie. De inslaande drums van Blundell krijgen op het nummer de steun van Steven’s gitaarspel. Een vrij toegankelijk geluid, maar prachtig in zijn eenvoud. Het scherpe basgeluid weet de vrouw te doen opleven in korte momenten van geluk, ondersteunt door de effectiviteit van de mellotron. Van de pijnlijke momenten voeren we ons voort naar het appartement van de hoofdpersoon op Sunday Rain Sets In. Een nummer waarop drummer Chad Wackerman zijn invulling geeft aan de ritmesectie. Voortgekomen uit de Hand. Cannot. Erase opnames doen de gitaren en piano de onderhuidse spanning vergroten. De bedroevend mooie klanken van de tremolo gitaar en piano zetten de regen in werking. Kijkend vanuit het appartement sluipen de jazzy klanken zich tot in het diepste van het personage. Filmische sferen komen tot stand in de korte klanken die zelfs een spion niet onberoerd laten.
Een ander nummer uit de HCE sessie kwam eind 2013 tot stand en is in juni 2015 neergestreken als Vermillioncore. Deze grote hoeveelheid wordt zonder moeite in de buitenaardse klankenregen neergezet. Elektronische en akoestische drums van Blundell vermengen zich in de groove van Holman’s orgelspel. Opvallend is de grandioze solo op de Chapman Stick van Nick Beggs, perfect passend in de hevige ontwrichtingen van gitaren. Afwijkende gedachten dringen het brein binnen in dit fuzzy en psychedelische instrumentale nummer. Terug naar het einde van de vorige eeuw, toen Porcupine Tree met Stupid Dream een meer verfijnd geluid bracht. Het veelgeprezen Don’t Hate Me krijgt in de 2015 versie steun van de Israëlische zangeres Ninet Tayeb, die ook op Hand. Cannot. Erase. een belangrijke bijdrage leverde. De versie op 4 ½ heeft een wat trager ritme, waardoor de instrumentale secties een andere invulling geven aan het geheel. De spanning wordt opnieuw opgedreven met de gitaar en ondersteunt door Holzman’s Fender Rhodes keyboard. Qua thema sluit het nummer perfect aan bij de muziek van het album. Met Tayeb weet de vrouwelijke hoofdpersoon op te leven in emoties en gedachtes. Londen is opnieuw de plaats van handeling en weet als hoofdstad met het keyboardspel van Folzman en Theo Travis zijn saxofoonsolo haar schoonheid te verbinden aan de nachtelijke jazz muziek. De eenzaamheid voert zich tot diep in het binnenste van de hoofdpersoon en een uitweg lijkt zoek. Het trage ritme brengt een ontspannender gevoel teweeg, mede door de akoestische sectie van het nummer. Wilson was de man van de ideeën in Porcupine Tree en zijn nieuwe versie voltooid hij dan ook met verve.
Steven Wilson slaagt erin met een zestal nummers een volwaardig en strak geregisseerd muziekstuk af te leveren. De verbintenis in de thema’s van eenzaamheid en depressies voeren zowel de teksten als de muzikale structuur perfect op. Alhoewel vier nummers tot stand kwamen tijdens de opnames voor Hand. Cannot. Erase. blijken ook Year of the Plague en Don’t Hate Me een perfecte invulling te geven aan de passages uit het leven van de vrouwelijke hoofdpersoon. De leden van zijn tour band, aangevuld met oudgedienden, dragen de melodieën en weten de vrijheid in te vullen met hoogstaande solo’s. Vakmanschap blijkt opnieuw van toepassing op Steven Wilson, want de gedetailleerde songconstructies zijn nog steeds aanwezig. Een intermezzo van de buitencategorie, want een ½ doet dit volwaardige album tekort.
4*
Afkomstig van
Platendraaier.