Zéker een sfeervol album. Op de voorganger constateerde ik dat de gitaar van Rob Dean moeilijk te horen was, niet wetend dat de band op deze opvolger, hun voorlopige zwanenzang
Tin Drum, afscheid van hem had genomen. Ooit een glamrock/new waveband van enkele vrienden, bekend met hun ruige werk, in 1981 net als The Doors vóór hen en Keane na hen een groep zonder gitaar.
Ik kom er bij dit album wel achter dat ik de stem van David Sylvian niet goed trek. Bewondering heb ik juist voor het gevarieerde en gecompliceerde instrumentale werk van de vier, waarbij toetsenist Richard Barbieri, bassist Mick Karn en drummer Steve Jansen, de broer van Sylvian, maar de zang van de laatste is me te vlak. Zeker om een album lang naar te luisteren. Beste nummer vind ik dan ook het instrumentale
Canton.
In Oor maakte Alfred Bos enkele
rake, positieve opmerkingen (even scrollen).
De groep die zich Japan noemde en op de hoes (portret van de grote leider Mao Zedong) en liedtitels (tweemaal wordt Canton genoemd en ook
Visions of China komt voorbij) naar de Volksrepubliek China verwees. Maar dat mag natuurlijk. Mijn eigen bandje heet Bruxelles en op de hoes van ons nieuwe album zie je mij etend in Café De Tol in Hummelo met Achterhoekse erwtensoep met roggebrood voor mijn neus.
Post-new wave met artrockelementen, gevoed met geluiden uit het verre oosten. Een volstrekt eigen, warme en tegelijkertijd gecompliceerde stijl. Voor de liefhebber.