Stijn_Slayer
De set vrijdag in ontvangst genomen en dit weekend alles een eerste keer in me opgenomen. Bijna 9 uur muziek op 10 cd’s, waarvan grofweg de helft niet eerder verscheen. Ik merk dat ik bij de eerste vijf cd’s nog wel wat moet afstappen van het idee dat het niet allemaal rarities en novelties zijn. De archieven zijn daar immers groot genoeg voor en laten we eerlijk wezen: alleen de die hard rusties die alles al hebben, kopen deze set. Er is nog een boel op de plank gebleven, dat soms wel of niet digitaal beschikbaar komt. Jammer, want er is vaak ruimte genoeg op de cd’s. Toch is Archives II wat dat betreft een serieuze verbetering t.o.v. deel I. Toen was het meeste toch al wel uitgebracht of overbekend van bootlegs. Bovendien was het verassingseffect veel groter geweest als Tuscaloosa, Roxy en Homegrown niet al eerder waren verschenen, maar tegelijkertijd met de rest van de set plotseling daar waren. Anderzijds is Archives mede bedoeld om een (grotendeels) chronologische context te scheppen. Neils albums zijn vaak bij elkaar geraapt van verschillende sessies en hij maakte niet altijd de beste of meest vanzelfsprekende keuzes, zo bewijst deze set in ieder geval.
De eerste cd, Everybody’s Alone, waarvan het gelijknamige nummer op deel 1 verscheen en verderop in deel 2 nog eens in een andere versie. De sessies uit 1972 (solo en met Stray Gators) springen eruit. Neil scheen in die tijd aan een album te werken genaamd The Last Dance. Tezamen met de nummers die hij nog over had van voor Harvest en hetgeen hij nog zou schrijven, had dat een ijzersterk album kunnen zijn. De overgang naar de livestukken van omstreeks Time Fades Away doorbreekt dat ‘albumgevoel’ wat ruw, maar dat is nu eenmaal het idee van een compilatie. De mooie ingetogen vocale bijdragen van Crosby & Nash op ‘Human Highway’ geven een inkijkje in de originele CSNY Human Highway-sessies. Het gitaarwerk van Stills klinkt daarin wat te klinisch en gestileerd voor de verder mooie rootsy uitvoering. 4,25*
Tuscaloosa was dus al bekend en werd ooit beoogd als Time Fades Away II. Helaas geen volledige show, maar toch een fijne uitbreiding op Time Fades Away. Favoriet is hier de funky uitvoering van ‘New Mama’. Ik geef niet zo om ‘Heart of Gold’ en ‘Old Man’, maar daar staan ‘Here We Are in the Years’ en ‘Out on the Weekend’ tegenover, evenals een versie van ‘Time Fades Away’ die beter is dan het ‘origineel’ (datzelfde geldt overigens voor de studio-opname uit 1972). ‘Lookout Joe’ komt ook beter uit de verf, die ik in studio-uitvoering nooit zo geweldig vond. 4,25*
Tonight’s the Night is wat eigenaardig samengesteld in de zin dat het maar waar weinig nieuws biedt: een wat zinloze jam van ‘Speakin’ Out’, ‘Everybody’s Alone’ door de Santa Monica Flyers, ‘Raised on Robbery’ met Joni Mitchell en een verlengd intro voor ‘Tonight’s the Night’ met studio talk. Geen raps, niets van de TTN acetate, geen originele Briggs-van het album versie dus. Eigenlijk had Roxy perfect volstaan als afspiegeling van het TTN-tijdperk. Wel moet gezegd worden dat de flow van de nummers hier beter werkt dan op het album, waar ook wat nummers uit andere sessies op staan. De muziek blijft een hoogtepunt uit zijn oeuvre, daarom toch 4,5*.
Roxy is met Massey Hall het beste live-album dat Young ooit uitbracht en vervangt laatstgenoemde misschien op den duur nog wel eens in mijn top 10. De Santa Monica Flyers zijn als je het mij zou vragen mijn favoriete band waarmee Young speelde: Billy Talbot, Ralph Molina, Nils Lofgren en Ben Keith. Met name Keith drukt hier zijn stempel op pedal steel. De optredens waren legendarisch onder Rusties en jarenlang moesten we het doen met waardeloos klinkende bootlegs. Binnen de context van deze set, en die staat bomvol indrukwekkend materiaal, valt nog maar eens op hoe dit materiaal en de intensiteit waarmee het hier gespeeld wordt eruit springt. 5*
Walk On opent met wat ik zie als de laatste klassieke Crazy Horse-opname. Weliswaar zonder Danny Whitten en met Ben Keith, maar ’Winterlong’ heeft nog precies het kenmerkende, funky geluid dat de eerste incarnatie van Crazy Horse had. Een uitstekende uitvoering bovendien, die voor mij altijd wat verloren was, omdat het op Decade staat, die ik niet zo vaak (in zijn geheel) draai. Walk On is eigenlijk een alternatieve versie van On the Beach, zijn beste studio-album als ik er één moet kiezen. Het inspireerde me jaren geleden om zelf ook eens honey slides te maken, maar ik verbrande alleen mijn tong en Neil vertelde er niet bij wat een kutzooi het is om je pan daarna weer schoon te krijgen! Lezend in het boekje had ik me nooit gerealiseerd dat het Ben Keith op bas is tijdens ‘Ambulance Blues’. Een tikkeltje onbeholpen en erachteraan sjokkend, maar heel soulvol en dienend geeft hij de opname precies de diepte die het nodig heeft. Ook komt de groove die Tim Drummond en Ralph Molina samen hebben op ‘On the Beach’ en ‘Revolution Blues’ hier veel beter uit de mix dan toen het album voor het eerst op cd verscheen. ‘See the Sky About to Rain’ ontbreekt, maar daar komen ‘Winterlong’, ‘Bad Fog of Loneliness’, ‘Borrowed Tune’, een akoestische ‘Traces’ en ‘Greensleeves’ voor terug. Dat maakt deze alternatieve versie nog beter dan het origineel. 5*
The Old Homestead, zeg maar de Homegrown-sessies en alles wat eromheen werd opgenomen. Soms (bijna) solo akoestisch, dan weer smaakvol rootsy met bijdragen van o.a. Ben Keith en twee ijzersterke liveversies met CSNY: ‘On the Beach’ en ‘Pushed it over the End’, die laatste veel beter dan op CSNY 1974. 19 nummers, bijna allemaal niet eerder uitgebracht. Veelal liedjes voor Carrie, die zo persoonlijk waren dat ze werden weggestopt en maar mondjesmaat verschenen. Zijn grote muze, zonder wie ook On the Beach, Zuma en zelfs Harvest er anders uit hadden gezien. Hoeveel artiesten zijn er wiens onuitgebrachte werk net zo goed of nog beter is dan hetgeen wel verscheen? Hoeveel artiesten hebben in één jaar genoeg materiaal voor vijf albums, terwijl ze ook een gigantische stadiontour (CSNY 1974) ondernemen? 5*
Homegrown, na 45 jaar mystificatie, valt eigenlijk wat tegen als je net hebt gehoord wat er nog meer in het vat zat. Het is ook maar de vraag in hoeverre de in 2020 uitgebrachte versie het origineel beoogde Homegrown was. Diverse bronnen hinten op een mogelijk afwijkende tracklist. Het had makkelijk een 4,5 of 5* album kunnen zijn, een van Youngs grote klassiekers, maar daarvoor staan er net wat te veel mindere nummers op: ‘Florida’, ‘We Don’t Smoke it No More’ en het titelnummer zelf is niet de sterkste versie. Wel biedt het eindelijk een waardig podium aan nummers als ‘Separate Ways’, ‘Love is a Rose’, ‘Little Wing’ en ‘Star of Bethlehem’. Het zegt misschien alles over Archives II dat juist de uitgesproken klassieker de minste cd is. 4,25*
De titel Dume verwijst naar de opnamesessies in Pt. Dume in 1975 voor Zuma, al werd een deel ook op Neils ranch opgenomen. Een tijd waarin Neil over Carrie heen kwam, al is haar invloed hier nog vaak terug te horen, en met Poncho een nieuwe, stabiele versie van Crazy Horse werd gevormd. Het geluid van Zuma hebben ze daarna nooit meer gehad. Dume is eigenlijk gewoon Zuma expanded: het album met een aantal outtakes. Daarvan klinken de meeste nog niet helemaal af (‘Ride My Llama’, ‘Born to Run’, ‘Kansas’, ‘Powderfinger’). ‘Hawai’ is dit keer in een elektrische versie, die ook nog niet helemaal afgerond lijkt te zijn, maar toch fijn gitaarwerk heeft. ‘Pocahontas’ haalt het niet bij de versie van Rust Never Sleeps, maar is wel een fijne toevoeging. ‘Too Far Gone’ en ‘No One Seems to Know’ krijgen we daar als bonus nog bij. 4,5*
Look Out For My Love is een van mijn favoriete Neil Young-nummers en dat kan maar zo ook voor deze cd gaan gelden. Inmiddels in een klein staartje van 1975 en 1976 aanbeland. Een van de meest veelzijdige cd’s uit de set: poppy en vrolijk, donker, solo, met Crazy Horse, met de Stills-Young Band en met Crosby, Stills, Nash & Young. Deze versie van ‘Separate Ways’ klinkt erg indrukwekkend. Soulvol en donker, gedreven door het orgelspel van Jerry Aiello. Ik had niet verwacht dat Young zo goed zou matchen met Stills’ band. Met ‘Seperate Ways’, ‘Let it Shine’, ‘Long May You Run’, ‘Fontaineblue’ en ‘Traces’ krijgt de Stills-Young Band veel aandacht. Bovendien hoor je de Stills-Young Band ook met CSNY-vocals op ‘Ocean Girl’ en ‘Midnight on the Bay’ en hoor je een hele mooie, natuurlijke ‘Human Higway’ met CSNY. De Human Highway-sessies (1973, 1974 en 1976) zijn voor mij misschien wel de heilige graal uit de archiefmaterialen. Typisch en frustrerend dat de CSNY-versie van ‘Long May You Run’ hier ontbreekt, al is die op sommige persingen van Decade te vinden. Met de CSNY-versie van ‘Black Coral’ op Stills’ boxset Carry On kan er op zijn minst een alternatief Stills-Young Band album gecompileerd worden dat meer recht doet aan het album dat verscheen. Tussendoor vind je nog goede soloversies van ‘Stringman’, ‘Midnight on the Bay’ en ‘Mellow my Mind’ uit de tour van 1976. Misschien wel de leukste disc uit de set. ‘Let it Shine’, ‘Ocean Girl’ en ‘Mediterranean’ weerhouden me van 5*. Een Young-fan is immers van nature kritisch ingesteld.
Odeon Budokan sluit de set af met de NY&CH tour van 1976. Het waren niet per se de beste concerten van die tour, maar kennelijk wel de beste opnames. Met tien nummers wat aan de korte kant, maar kennelijk is het ooit zo bedoeld als een live-album. Kant A solo akoestisch in Londen, kant B elektrisch met Crazy Horse in Tokyo. Op disc 9 stonden ook nog drie nummers uit deze tour. Op basis van de bootleg dvd Yesteryear of the Horse was ik enigszins terughoudend. De elektrische nummers daar vind ik wat tam en niet lekker uit de verf komen. De 1976 tour sneeuwt bij mij ook altijd wat onder vergeleken met zijn vroege solo tours, vroege Crazy Horse, CSNY, Stray Gators en de Santa Monica Flyers. Die tours en gezelschappen hadden allemaal hun eigen invalshoek, zijn wat excentrieker en kort volgend op deze tour kwam het grote gebaar van Live Rust. In 1976 was Neil eigenlijk gewoon Neil. Er zit veel verschil tussen de opnames van Odeon Budokan en Yesteryear en ik had niet verwacht zo onder de indruk te zijn. De soloset is goed, misschien alleen ietwat voorspelbaar. Daarna volgen o.a een bijtende, compacte versie van ‘Cowgirl’, een toffe elektrische versie van ‘Lotta Love’ en vurige, hard gespeelde Zuma-nummers. De elektrische set is energiek. Het geluid is zwaarder dan op Zuma en Neil lijkt het naar zijn zin te hebben, terwijl hij ondertussen een volgende fase in zijn leadgitaarspel begint te bereiken. 4,5*
Hebberig naar meer, maar toch vooral voldaan voor alles wat er wel is. Smaakvol samengesteld met behalve enkele omissies eigenlijk geen keuzes die niet logisch of te verdedigen zijn. Naar boven afgerond, mede dankzij de prachtige vormgeving en geluidskwaliteit, kom ik op 5*. Volgend op de boxsets en puttend uit de vele archiefmaterialen en collectie gitaren is het eigenlijk wachten op een tentoonstelling, maar Neil Young zal niet flashy genoeg zijn om iets op de schaal van David Bowie Is en Unzipped rendabel te maken. Ongetwijfeld heeft hij genoeg materiaal beschikbaar.